ECLI:NL:RVS:2008:BD7364
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- G.A. van der Sluijs
- Rechtspraak.nl
Goedkeuring bestemmingsplan 'D'Ekker 2005' door college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant
In deze zaak gaat het om de goedkeuring van het bestemmingsplan 'D'Ekker 2005' door het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant. Het college heeft op 18 september 2007 besloten om goedkeuring te verlenen aan het bestemmingsplan dat door de raad van de gemeente Veldhoven op 13 februari 2007 was vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de appellant, wonend te [woonplaats], beroep ingesteld bij de Raad van State, ingekomen op 16 november 2007. De zaak is ter zitting behandeld op 16 juni 2008, waar de appellant en het college, vertegenwoordigd door mr. A.J.J.M. Danen, aanwezig waren. Ook de raad was vertegenwoordigd door R. Smits en mr. C.F.H. van Haeften, procuratiehouder bij Koninklijke TNT Post B.V.
De appellant betoogt dat het gebruik van het gebouw aan de Schimmerik 5 in Veldhoven als distributiecentrum in strijd is met het bestemmingsplan en dat hij geluidsoverlast ondervindt van het nachtelijk laden en lossen van vrachtwagens. Hij stelt dat een distributiecentrum niet in een woonomgeving thuishoort en dat toezeggingen zijn gedaan door zowel het gemeentebestuur als TNT om het distributiecentrum te verplaatsen.
Het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant verdedigt de goedkeuring van het bestemmingsplan en stelt dat het distributiecentrum correct is bestemd als 'Verspreide voorzieningen' met de aanduidingen 'bedrijven' en 'post- en koeriersdienst'. Het college wijst erop dat de woning van de appellant op een afstand van ongeveer 60 meter van het distributiecentrum ligt, wat volgens de VNG Brochure 'Bedrijven en Milieuzonering' voldoet aan de aanbevolen afstand van 30 meter.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State concludeert dat het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het bestemmingsplan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Het beroep van de appellant wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin op 16 juli 2008.