ECLI:NL:RVS:2008:BD7342
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.H. van Kreveld
- M.J. van der Zijpp
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake handhaving geluidoverlast door inrichting in Sluis
Op 11 juli 2008 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen [verzoeker] en het college van burgemeester en wethouders van Sluis. Het college had op 23 april 2008 het verzoek van [verzoeker] om bestuurlijke handhavingsmaatregelen afgewimpeld. [Verzoeker] had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij geluidoverlast ondervond van ventilatoren in een nabijgelegen inrichting tijdens het drogen van uien.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 3 juli 2008, waar zowel [verzoeker] als het college vertegenwoordigd waren. Het college had eerder, op 19 september 2006, een vergelijkbaar verzoek van [verzoeker] afgewezen, en dit besluit was in 2007 onherroepelijk geworden. Het college stelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een ander besluit rechtvaardigden, en verwees naar het eerdere besluit.
Echter, de voorzitter oordeelde dat de metingen in het akoestisch rapport van 30 augustus 2006 niet relevant waren, omdat deze waren uitgevoerd in een periode waarin er geen uien werden gedroogd. Dit betekende dat er wel degelijk nieuwe feiten waren die het college hadden moeten aanzetten tot een inhoudelijke beoordeling van het verzoek van [verzoeker]. De voorzitter concludeerde dat het bestreden besluit in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht.
Daarom schorste de voorzitter het besluit van het college en veroordeelde het college tot vergoeding van de proceskosten van [verzoeker] en het griffierecht. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van handhavingsverzoeken en de noodzaak om nieuwe feiten serieus te nemen.