200801095/1.
Datum uitspraak: 9 juli 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
het college van burgemeester en wethouders van Lith,
verweerder.
[appellant] heeft bij brief van 3 augustus 2006 het college van burgemeester en wethouders van Lith (hierna: het college) verzocht om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen met betrekking tot het in strijd met een milieuvergunning in werking zijn van een dierenpension van [vergunninghouder] aan de [locatie] te [plaats].
Bij besluit van 7 augustus 2007 heeft het college het door [appellant] gemaakte bezwaar tegen het uitblijven van een beslissing op dit verzoek niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief van 12 september 2007, bij de rechtbank 's-Hertogenbosch ingekomen op 13 september 2007, beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 11 oktober 2007. Het beroepschrift en de gronden van beroep zijn aan de Afdeling doorgezonden.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 mei 2008, waar [appellant], in persoon en bijgestaan door mr. M.R.J. Baneke, advocaat te Nijmegen, en het college, vertegenwoordigd door P.P.G. Wintjes en P.A. Jans, zijn verschenen. Voorts is [vergunninghouder], vertegenwoordigd door ing. M.T.J. van Gerwen, als partij gehoord.
2.1. Ingevolge artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep met een besluit gelijkgesteld: het niet tijdig nemen van een besluit.
2.2. Niet in geschil is dat op het moment van het indienen van het bezwaarschrift niet tijdig een besluit op het bij brief van 3 augustus 2006 gedane handhavingsverzoek was genomen. [appellant] is bij brief van 29 augustus 2006 meegedeeld dat een handhavingstraject zal worden opgestart. Deze mededeling kan niet als een besluit op het handhavingverzoek worden aangemerkt. Evenmin is in geschil dat ten tijde van het nemen van het bestreden besluit geen besluit op het handhavingsverzoek was genomen.
Daarom was sprake van het voor de wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit. Het daartegen gerichte bezwaar is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.
2.3. Het beroep is gegrond. Het besluit van 7 augustus 2007 komt voor vernietiging in aanmerking. Het college dient een nieuw besluit op het bezwaar te nemen. Daartoe zal de Afdeling een termijn stellen. De Afdeling gaat ervan uit dat het college bij het opnieuw nemen van een besluit op het bezwaarschrift ook op het handhavingsverzoek zal besluiten.
2.4. Het college dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld. De kosten van het in persoon ter zitting verschijnen van [appellant], te weten de reiskosten, zijn betrokken in de proceskostenveroordeling in de uitspraak van de Afdeling in zaak nr. 200706975/1.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Lith van 7 augustus 2007;
III. draagt het college van burgemeester en wethouders van Lith op om binnen vier weken na de verzending van deze uitspraak met inachtneming daarvan een besluit te nemen;
IV. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Lith tot vergoeding van bij [appellant] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 161,00 (zegge: honderdeenenzestig euro) geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de gemeente Lith aan [appellant] onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald;
V. gelast dat de gemeente van Lith aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 143,00 (zegge: honderddrieënveertig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.H. van Kreveld, voorzitter, en mr. J.M. Boll en mr. C.W. Mouton, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.J. van der Zijpp, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Kreveld w.g. Van der Zijpp
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 juli 2008