ECLI:NL:RVS:2008:BD6075

Raad van State

Datum uitspraak
7 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200706125/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.Ph.J.A.M. Hennekens
  • H. Borstlap
  • G.N. Roes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergunning voor hondenpension en ontvankelijkheid van beroepen

In deze zaak gaat het om de vergunningverlening door het college van burgemeester en wethouders van Helden voor het oprichten en in werking hebben van een hondenpension. Het college verleende op 3 juli 2007 een vergunning op basis van artikel 8.1 van de Wet milieubeheer. Dit besluit werd op 18 juli 2007 ter inzage gelegd. Tegen deze vergunning hebben zowel [appellant sub 1] als [appellant sub 2] beroep ingesteld bij de Raad van State. De beroepen zijn ingediend op 27 augustus 2007, waarbij [appellant sub 1] zijn gronden van beroep op 24 september 2007 heeft aangevuld. Het college heeft een verweerschrift ingediend en [appellant sub 2] heeft nadere stukken ingediend die aan de andere partijen zijn toegezonden. De zaak is op 6 mei 2008 ter zitting behandeld, waarbij beide appellanten en vertegenwoordigers van het college aanwezig waren.

De Raad van State heeft overwogen dat op 1 januari 2008 het Activiteitenbesluit in werking is getreden, waardoor de vergunning voor het hondenpension niet meer vereist is. De honden worden niet in de buitenlucht gehouden, en de activiteiten waarvoor de vergunning was verleend, zijn niet meer vergunningplichtig. Hierdoor is de verleende vergunning vervallen. De Raad van State concludeert dat de beroepen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] niet-ontvankelijk zijn, omdat er geen belang meer is bij de beoordeling van het bestreden besluit. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 2 juli 2008.

Uitspraak

200706125/1.
Datum uitspraak: 2 juli 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend te [woonplaats], gemeente Helden,
2. [appellanten sub 2], wonend te [woonplaats], gemeente Helden,
en
het college van burgemeester en wethouders van Helden,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 3 juli 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Helden (hierna: het college) aan [appellant sub 1] een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer verleend voor het oprichten en in werking hebben van een hondenpension (hierna: de inrichting), gelegen op het perceel [locatie] te [plaats]. Dit besluit is op 18 juli 2007 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 27 augustus 2007, en [appellant sub 2], [appellanten sub 2] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, beroep ingesteld. [appellant sub 1] heeft de gronden van beroep aangevuld bij brief van 24 september 2007.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant sub 2] heeft nadere stukken ingediend. Deze zijn aan de andere partijen toegezonden.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 6 mei 2008, waar [appellant sub 1], in persoon en bijgestaan door mr. J.H.M. Verjans en [gemachtigde], [appellant sub 2], in persoon en bijgestaan door mr. F.J.J. van West de Veer, en het college, vertegenwoordigd door mr. R.F.E. Kees en ing. F. H. Wijnen, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Op 1 januari 2008 zijn het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: het Activiteitenbesluit) en de daarmee samenhangende wijziging van artikel 8.1 van de Wet milieubeheer in werking getreden.
In Bijlage 1 onder s van het Activiteitenbesluit worden inrichtingen voor het houden van honden in de buitenlucht als vergunningplichtig aangemerkt. In de onderhavige situatie worden de honden niet in de buitenlucht gehouden. De honden komen slechts korte tijd buiten om uitgelaten te worden. Een andere in Bijlage 1 van het Activiteitenbesluit genoemde categorie is op de inrichting evenmin van toepassing. Aangezien hieruit volgt dat voor de bij het bestreden besluit vergunde activiteiten geen vergunning meer is vereist, is de bij dat besluit verleende vergunning vervallen.
Ingevolge artikel 6.1 van het Activiteitenbesluit worden voorschriften die zijn verbonden aan een vóór 1 januari 2008 krachtens de Wet milieubeheer verleende vergunning, die vóór die datum in werking en onherroepelijk was, onder omstandigheden als maatwerkvoorschriften aangemerkt. Omdat de bij het bestreden besluit verleende vergunning vóór 1 januari 2008 niet onherroepelijk was, zijn er geen voorschriften die worden aangemerkt als maatwerkvoorschriften.
Niet is gebleken dat [appellant sub 1], [appellant sub 2], [appellanten sub 2] niettemin belang hebben bij de beoordeling van het bestreden besluit.
2.2. De beroepen zijn niet-ontvankelijk.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.Ph.J.A.M. Hennekens, voorzitter, en drs. H. Borstlap en mr. G.N. Roes, leden, in tegenwoordigheid van mr. D. van Leeuwen, ambtenaar van Staat.
w.g. Hennekens w.g. Van Leeuwen
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 2 juli 2008
373-491.