200802415/1 en 200802416/1.
Datum uitspraak: 25 juni 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer en het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement,
verweerders.
Bij besluit van 28 maart 2008 heeft de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de aanduiding 'Fortuyn' geschrapt uit het register voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Bij besluit van dezelfde datum heeft de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement, de aanduiding 'Lijst Pim Fortuyn' geschrapt uit het register voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement.
Tegen deze besluiten heeft [appellant] bij brieven, bij de Raad van State ingekomen op 4 april 2008, beroep ingesteld.
De Kiesraad heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaken ter zitting behandeld op 3 juni 2008, waar [appellant], in persoon en bijgestaan door [gemachtigde], en de Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. R. Hoorweg, plaatsvervangend secretaris van de Kiesraad, en mr. J.M. Mulder, werkzaam bij de Kiesraad, zijn verschenen.
2.1. Ingevolge artikel G 1, eerste lid, van de Kieswet, voor zover hier van belang, kan een politieke groepering die een vereniging is met volledige rechtsbevoegdheid aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer schriftelijk verzoeken de aanduiding waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in te schrijven in een register dat door het centraal stembureau wordt bijgehouden.
Ingevolge het zevende lid, aanhef en onder a, schrapt het centraal stembureau de aanduiding in het register en doet hiervan mededeling in de Staatscourant, wanneer de politieke groepering heeft opgehouden te bestaan.
Ingevolge artikel Y 2 worden de leden van het Europees Parlement, voor zover deze afdeling niet anders bepaalt, gekozen met overeenkomstige toepassing van de bij of krachtens afdeling II gestelde bepalingen inzake de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, met inachtneming van de Akte.
2.2. De Kiesraad heeft de aanduiding 'Fortuyn' en 'Lijst Pim Fortuyn' met toepassing van artikel G 1, zevende lid, van de Kieswet uit de desbetreffende registers geschrapt, omdat de politieke groepering 'Lijst Pim Fortuyn' heeft opgehouden te bestaan.
2.3. [appellant] betoogt dat de politieke groepering 'Lijst Pim Fortuyn' niet heeft opgehouden te bestaan. De vereniging 'Lijst Pim Fortuyn' is op onrechtmatige wijze, in strijd met de statuten, opgeheven. Hetzelfde geldt voor de uitschrijving uit het Handelsregister. De Kiesraad heeft de aanduidingen 'Fortuyn' en 'Lijst Pim Fortuyn' dan ook ten onrechte geschrapt. De Kiesraad had tenminste de uitkomst van de tegen de opheffing en de uitschrijving uit het Handelsregister gerichte beroepsprocedures dienen af te wachten alvorens de desbetreffende aanduidingen te schrappen.
2.3.1. Het betoog slaagt niet. De Kiesraad stelt zich terecht op het standpunt dat uit de gegevens uit het Handelsregister blijkt dat de vereniging 'Lijst Pim Fortuyn' is opgeheven en de politieke groepering daarmee opgehouden heeft te bestaan. Zoals de Afdeling ook heeft overwogen in haar uitspraak van 13 januari 2006 in zaak nr.
200510436/1, moet de Kiesraad op die gegevens af gaan. Of de opheffing van de vereniging al dan niet op rechtmatige wijze is geschied en of de wijziging van de gegevens uit het Handelsregister al dan niet rechtmatig is, staat niet ter beoordeling aan de Kiesraad en gaat derhalve ook het bereik van dit geding te buiten. Nu uit het Handelsregister blijkt dat de vereniging 'Lijst Pim Fortuyn' feitelijk is opgeheven, was de Kiesraad bevoegd de desbetreffende aanduidingen te schrappen uit de registers.
Anders dan [appellant] betoogt, bestaat er voor de Kiesraad geen gehoudenheid de uitkomst van de onder meer door [appellant] tegen het opheffingsbesluit en de wijziging van het Handelsregister aangespannen civielrechtelijke procedures af te wachten. De Kiesraad heeft terecht van belang geacht dat de in de desbetreffende registers geregistreerde aanduidingen juist en actueel dienen te zijn.
2.4. De beroepen zijn ongegrond.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart de beroepen ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, voorzitter, en mr. W.D.M. van Diepenbeek en mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Poot, ambtenaar van Staat.
w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. Poot
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 25 juni 2008