ECLI:NL:RVS:2008:BD3094

Raad van State

Datum uitspraak
29 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200802433/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake goedkeuring bestemmingsplan De Zuidlanden door college van gedeputeerde staten van Fryslân

Op 29 mei 2008 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een geschil tussen de Vereniging Milieudefensie en het college van gedeputeerde staten van Fryslân. Het college had op 12 februari 2008 goedkeuring verleend aan het bestemmingsplan 'De Zuidlanden, Plandeel Oost', dat de bouw van 150 woningen mogelijk maakt, met een wijzigingsbevoegdheid voor maximaal 300 woningen. Milieudefensie heeft op 8 april 2008 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening om mogelijke onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding van het plan te voorkomen.

Tijdens de zitting op 23 mei 2008 is het verzoek behandeld. Milieudefensie vreesde dat het plangebied, dat belangrijk is voor weidevogels zoals de grutto en de tuureluur, ernstig zou worden aangetast door de uitvoering van het bestemmingsplan. Het gemeentebestuur en de Gemeenschappelijke Exploitatiemaatschappij De Zuidlanden B.V. verklaarden echter dat er geen werkzaamheden in het plangebied zouden plaatsvinden totdat de Afdeling uitspraak zou hebben gedaan in de bodemprocedure. Hierdoor concludeerde de voorzitter dat Milieudefensie geen spoedeisend belang had bij het treffen van een voorlopige voorziening.

De voorzitter heeft het verzoek van Milieudefensie afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 29 mei 2008.

Uitspraak

200802433/2.
Datum uitspraak: 29 mei 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
de vereniging Vereniging Milieudefensie, gevestigd te Amsterdam,
verzoekster,
en
het college van gedeputeerde staten van Fryslân,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 12 februari 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Fryslân (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Leeuwarden (hierna: de raad) bij besluit van
18 juni 2007 vastgestelde bestemmingsplan "De Zuidlanden, Plandeel Oost".
Tegen dit besluit heeft onder meer de vereniging Vereniging Milieudefensie (hierna: Milieudefensie) bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 8 april 2008, beroep ingesteld. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 8 april 2008, heeft Milieudefensie de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 23 mei 2008, waar Milieudefensie, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door ir. J. de Boer, ambtenaar van de gemeente, en mr. J.V. van Ophem, advocaat te Leeuwarden, zijn verschenen. Voorts is daar gehoord de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Gemeenschappelijke Exploitatiemaatschappij De Zuidlanden B.V. (hierna: GEM De Zuilanden), vertegenwoordigd door mr. G. Folmer.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het plan voorziet middels de uit te werken bestemming "Woongebied (uit te werken) (WGU)" in de bouw van 150 woningen en via een wijzigingbevoegdheid is de bouw van maximaal 300 woningen voorzien. Het plangebied maakt deel uit van een omvangrijker gebied ten zuiden van Leeuwarden, het nieuw te ontwikkelen stadsdeel De Zuidlanden, waarbinnen de bouw van in totaal 6.500 woningen is voorzien.
2.3. Milieudefensie stelt dat het college ten onrechte goedkeuring heeft verleend aan het plan en beoogt met haar verzoek mogelijk onomkeerbare gevolgen van inwerkingtreding hiervan te voorkomen. Milieudefensie vreest dat het plangebied, dat van belang is voor weidevogels zoals de grutto en de tuureluur, ernstig zal worden aangetast.
2.4. Ter zitting is door het gemeentebestuur en GEM De Zuidlanden verklaard dat er op basis van dit bestemmingsplan geen werkzaamheden in het plangebied zullen plaatsvinden totdat de Afdeling uitspraak zal hebben gedaan in de bodemzaak. Daartoe zullen evenmin bouwvergunningen en aanlegvergunningen worden aangevraagd. Gelet hierop stelt de voorzitter vast dat Milieudefensie geen spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening.
2.5. Gelet op het vorenstaande dient het verzoek van Milieudefensie te worden afgewezen.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M. Oosting, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R. Kegge, ambtenaar van Staat.
w.g. Oosting w.g. Kegge
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 29 mei 2008
459.