ECLI:NL:RVS:2008:BD2585

Raad van State

Datum uitspraak
21 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200802747/3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake planschadevergoedingen door de gemeenteraad van Echt-Susteren

Op 21 mei 2008 deed de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak op een verzoek om een voorlopige voorziening in het hoger beroep van de raad van de gemeente Echt-Susteren. Dit hoger beroep volgde op een uitspraak van de rechtbank Roermond van 6 maart 2008, waarin de rechtbank de besluiten van de gemeenteraad van 17 augustus 2007, die de bezwaren van de wederpartijen tegen planschadevergoedingen ongegrond verklaarden, vernietigde. De gemeenteraad had op 3 november 2005 aan de wederpartijen planschadevergoedingen toegekend, maar deze vergoedingen werden door de rechtbank als onterecht beoordeeld.

De voorzitter van de Raad van State oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening geen verdere strekking had dan te bepalen dat de gemeenteraad in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep geen gevolg hoefde te geven aan de bestreden uitspraak van de rechtbank. Dit was van belang omdat het nemen van nieuwe besluiten door de gemeenteraad, voordat het hoger beroep was beslist, zou kunnen leiden tot onomkeerbare gevolgen.

De voorzitter vroeg de wederpartijen naar hun belang bij het nemen van nieuwe besluiten op bezwaar, en uit hun antwoord bleek dat zij daar momenteel geen belang bij hadden. Dit gaf de voorzitter aanleiding om te bevorderen dat de bodemprocedure spoedig zou worden behandeld. De voorzitter besloot dat de gemeenteraad geen nieuwe beslissingen op bezwaar hoefde te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

200802747/3.
Datum uitspraak: 21 mei 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
de raad van de gemeente Echt-Susteren,
verzoeker,
tegen de uitspraak in zaak nr. 07/1441 t/m 07/1446 van de rechtbank Roermond van 6 maart 2008 in het geding tussen:
[wederpartijen],
en
de raad van de gemeente Echt-Susteren.
1. Procesverloop
Bij besluiten van 3 november 2005 heeft de raad van de gemeente Echt-Susteren (hierna: de gemeenteraad) aan [wederpartijen] planschadevergoedingen toegekend.
Bij besluiten van 17 augustus 2007 heeft de gemeenteraad de door [wederpartijen] daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 6 maart 2008, verzonden op 7 maart 2008, heeft de rechtbank Roermond (hierna: de rechtbank) het door [wederpartijen] daartegen ingestelde beroepen gegrond verklaard en de besluiten van 17 augustus 2007 vernietigd.
Tegen deze uitspraak heeft de gemeenteraad bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 16 april 2008, hoger beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 18 april 2008, heeft de gemeenteraad de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
2. Overwegingen
2.1. De voorzitter doet uitspraak zonder zitting.
2.2. Het verzoek heeft geen verdere strekking dan dat bij wijze van voorlopige voorziening wordt bepaald dat de gemeenteraad in afwachting van de uitspraak op het door hem ingestelde hoger beroep geen gevolg hoeft te geven aan de bestreden uitspraak van de rechtbank van 6 maart 2008. Indien het verzoek niet wordt toegewezen, is de gemeenteraad gehouden besluiten te nemen waarvan de gevolgen slechts zeer bezwaarlijk zijn te redresseren.
Bij brief van 23 april 2008 heeft de voorzitter aan [wederpartijen] gevraagd welk belang zij hebben bij het nemen van nieuwe besluiten op bezwaar, voordat op het hoger beroep is beslist. Uit het antwoord van [wederpartijen] van 8 mei 2008 blijkt dat zij daarbij thans geen belang hebben en dat de uitspraak op het hoger beroep kan worden afgewacht. De voorzitter ziet, mede gelet op hetgeen is overwogen in de uitspraak in de zaak
200802746/3, welke zaak gevoegd zal worden behandeld met deze zaak, aanleiding te bevorderen, dat het in de bodemprocedure spoedig tot een zitting en een uitspraak op het hoger beroep zal komen. Partijen zullen in dat kader naar verwachting worden opgeroepen voor een zitting in de maand oktober van dit jaar.
2.3. Gelet hierop ziet de voorzitter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de raad van de gemeente Echt-Susteren geen nieuwe beslissingen op bezwaar hoeft te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. J.E.M. Polak, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. L. Groenendijk, ambtenaar van Staat.
w.g. Polak w.g. Groenendijk
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 21 mei 2008
164.