ECLI:NL:RVS:2008:BD2584

Raad van State

Datum uitspraak
21 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200802746/3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake planschadevergoeding door gemeenteraad Echt-Susteren

In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 21 mei 2008 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het hoger beroep van de raad van de gemeente Echt-Susteren. Het verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Roermond, die op 6 maart 2008 het besluit van de gemeenteraad om een planschadevergoeding aan de wederpartij te weigeren, had vernietigd. De gemeenteraad had op 3 november 2005 een planschadevergoeding toegekend aan de wederpartij, maar verklaarde later het bezwaar van de wederpartij ongegrond. De wederpartij had hiertegen beroep aangetekend, wat leidde tot de vernietiging van het gemeentelijke besluit door de rechtbank.

De voorzitter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het verzoek om een voorlopige voorziening geen verdere strekking heeft dan het verzoek om de gemeenteraad in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep niet te verplichten een nieuw besluit op bezwaar te nemen. De voorzitter oordeelde dat de financiële belangen van de wederpartij niet van zodanig gewicht zijn dat dit noopt tot een spoedige uitvoering van de aangevallen uitspraak. Wel werd er aandacht gevraagd voor een spoedige behandeling van de bodemprocedure, zodat beide partijen snel duidelijkheid zouden krijgen.

De voorzitter heeft uiteindelijk beslist dat de gemeenteraad van Echt-Susteren geen nieuwe beslissing op bezwaar hoeft te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Dit besluit werd genomen om te voorkomen dat de gemeenteraad onomkeerbare gevolgen zou ondervinden van een beslissing die later mogelijk onjuist blijkt te zijn. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 21 mei 2008.

Uitspraak

200802746/3.
Datum uitspraak: 21 mei 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
de raad van de gemeente Echt-Susteren,
verzoeker,
tegen de uitspraak in zaak nr. 07/1047 van de rechtbank Roermond van 6 maart 2008 in het geding tussen:
[wederpartij],
en
de raad van de gemeente Echt-Susteren.
1. Procesverloop
Bij besluit van 3 november 2005 heeft de raad van de gemeente Echt-Susteren (hierna: de gemeenteraad) aan [wederpartij] een planschadevergoeding toegekend.
Bij besluit van 28 juni 2007 heeft de gemeenteraad het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 6 maart 2008, verzonden op 7 maart 2008, heeft de rechtbank Roermond (hierna: de rechtbank) het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard en het besluit van 28 juni 2007 vernietigd.
Tegen deze uitspraak heeft de gemeenteraad bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 16 april 2008, hoger beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 18 april 2008, heeft de gemeenteraad de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
2. Overwegingen
2.1. De voorzitter doet uitspraak zonder zitting.
2.2. Het verzoek heeft geen verdere strekking dan dat bij wijze van voorlopige voorziening wordt bepaald dat de gemeenteraad in afwachting van de uitspraak op het door hem ingestelde hoger beroep geen gevolg hoeft te geven aan de bestreden uitspraak van de rechtbank van 6 maart 2008. Indien het verzoek niet wordt toegewezen, is de gemeenteraad gehouden een besluit te nemen waarvan de gevolgen slechts zeer bezwaarlijk zijn te redresseren.
Bij brief van 23 april 2008 heeft de voorzitter aan [wederpartij] gevraagd welk belang hij heeft bij het nemen van een nieuw besluit op bezwaar, voordat op het hoger beroep is beslist. Uit het antwoord van [wederpartij] van 8 mei 2008 blijkt dat dit belang uitsluitend van financiële aard is. Dat de gemeenteraad hem, naar hij stelt, inmiddels vier jaar een planschadevergoeding onthoudt en dat hij het onaanvaardbaar vindt dat hij een jaar langer op een nieuw besluit op bezwaar zou moeten wachten, acht de voorzitter niet van zodanig gewicht dat dit noopt tot het spoedig gevolg geven aan de aangevallen uitspraak, waarbij mede wordt betrokken, dat [wederpartij], indien hij bij afwijzing van het voorliggende verzoek ten gevolge van een voor hem gunstig besluit op bezwaar geld zou ontvangen, hij dat weer zou moeten terugbetalen in het voor hem onverhoopte geval dat het hoger beroep van de gemeenteraad zou slagen. Wel ziet de voorzitter aanleiding te bevorderen, dat het in de bodemprocedure spoedig tot een zitting en een uitspraak op het hoger beroep zal komen, zodat definitieve zekerheid voor beide partijen binnen afzienbare termijn wordt bevorderd. Partijen zullen in dat kader naar verwachting worden opgeroepen voor een zitting in de maand oktober van dit jaar.
2.3. Gelet hierop ziet de voorzitter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de raad van de gemeente Echt-Susteren geen nieuwe beslissing op bezwaar hoeft te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. J.E.M. Polak, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. L. Groenendijk, ambtenaar van Staat.
w.g. Polak w.g. Groenendijk
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 21 mei 2008
164.