ECLI:NL:RVS:2008:BD2071
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.M. Boll
- Rechtspraak.nl
Hogere grenswaarden geluidbelasting voor nieuwbouw woningen in Boxmeer
Op 14 mei 2008 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende hogere grenswaarden voor geluidbelasting in Boxmeer. Het college van burgemeester en wethouders van Boxmeer had op 8 januari 2008 op aanvraag van de vergunninghoudster hogere grenswaarden vastgesteld voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting vanwege een bestaande weg, in verband met nieuw te bouwen woningen volgens het bouwplan Moolenhecken. Tegen dit besluit heeft de appellant, wonend te [woonplaats], beroep ingesteld bij de Raad van State, ingekomen op 26 februari 2008. Tevens heeft de appellant op 28 maart 2008 verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft het verzoek behandeld op 17 april 2008, waar de appellant en vertegenwoordigers van het college en de vergunninghoudster aanwezig waren. Tijdens de zitting hebben partijen toestemming gegeven voor onmiddellijke uitspraak in de hoofdzaak.
De voorzitter overwoog dat nader onderzoek niet nodig was voor de beoordeling van de zaak en dat er geen beletsel was om onmiddellijk uitspraak te doen. Volgens de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende bezwaar maken tegen een besluit. De voorzitter concludeerde dat het belang van de appellant niet rechtstreeks bij het besluit was betrokken, gezien de aard en gevolgen van het bestreden besluit. Hierdoor werd het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard. Tevens werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin.