ECLI:NL:RVS:2008:BD1463

Raad van State

Datum uitspraak
7 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200706132/3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • R.J. Hoekstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van goedkeuring planonderdelen in Leeuwarden met betrekking tot Woongebieden

In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 7 mei 2008 uitspraak gedaan over de voorlopige voorziening die op 30 november 2007 was getroffen. Deze voorlopige voorziening schorste het besluit van het college van gedeputeerde staten van Fryslân van 3 juli 2007, dat goedkeuring verleende aan planonderdelen met de bestemmingen 'Woongebied 1' en 'Woongebied 2'. De schorsing was van toepassing op de vrijstellingen die waren verleend op basis van artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, en die nog niet in rechte onaantastbaar waren geworden.

De verzoekers, waaronder het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden en twee vastgoedbedrijven, vroegen om opheffing van de voorlopige voorziening. Zij stelden dat de rechtbank Groningen op 11 maart 2008 het beroep van de vereniging Dorpsbelang Goutum tegen eerdere vrijstellingen en bouwvergunningen ongegrond had verklaard. Hierdoor zou er geen reden meer zijn om de schorsing van de goedkeuring van de planonderdelen voort te zetten. De voorzitter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 25 april 2008, waar de betrokken partijen hun standpunten hebben toegelicht.

De voorzitter overwoog dat de ontwikkeling van het deelgebied Techum onomkeerbaar was geworden door reeds verleende bouwvergunningen en vrijstellingen. Dit betekende dat de vraag of de inwerkingtreding van de planonderdelen een verstoring van het weidevogelgebied of de cultuurhistorische waarden zou kunnen veroorzaken, niet meer aan de orde was. Gelet op het belang van de verzoekers bij de inwerkingtreding van de planonderdelen, besloot de voorzitter de voorlopige voorziening op te heffen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 7 mei 2008.

Uitspraak

200706132/3.
Datum uitspraak: 7 mei 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de verzoeken van:
1. het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappij De Zuidlanden Beheer B.V., gevestigd te Goutum, gemeente Leeuwarden,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BAM Vastgoed B.V., gevestigd te Zwolle
om opheffing of wijziging (artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht) van de bij uitspraak van 30 november 2007, in zaaknr 200706132/2, getroffen voorlopige voorziening in het geding tussen:
de vereniging Dorpsbelang Goutum, gevestigd te Goutum, gemeente Leeuwarden,
verzoekster
en
het college van gedeputeerde staten van Fryslân,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij uitspraak van 30 november 2007 heeft de voorzitter bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van gedeputeerde staten van Fryslân (hierna: het college) van 3 juli 2007, kenmerk 00704364, geschorst, voor zover het betreft de goedkeuring van de planonderdelen met de bestemmingen "Woongebied 1" en "Woongebied 2" waarvoor vrijstellingen als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zijn verleend die nog niet in rechte onaantastbaar zijn geworden, zoals aangegeven op de als bijlage bij die uitspraak gevoegde kaart.
Het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden (hierna: burgemeester en wethouders), de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappij De Zuidlanden B.V. (hierna: GEM De Zuidlanden) en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BAM Vastgoed B.V. (hierna: BAM Vastgoed) hebben bij brieven, bij de Raad van State ingekomen op 13 maart 2008, 17 maart 2008 en 20 maart 2008, de voorzitter verzocht deze voorlopige voorziening op te heffen.
De voorzitter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 25 april 2008, waar burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door
mr. J.V. van Ophem, advocaat te Leeuwarden, GEM De Zuidlanden, vertegenwoordigd door G. Folmer, BAM Vastgoed, vertegenwoordigd door mr. J.C. Ellerman, advocaat te Amsterdam, en het college, vertegenwoordigd door drs. S.B. Douma, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen. Voorts is daar gehoord de vereniging Dorpsbelang Goutum, vertegenwoordigd door F. Boonstra.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 8:87, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan de voorzieningenrechter, ook ambtshalve, een voorlopige voorziening opheffen of wijzigen.
2.2. Burgemeester en wethouders, GEM De Zuidlanden en BAM Vastgoed hebben de voorzitter verzocht voormelde voorlopige voorziening op te heffen. Daartoe voeren zij aan dat de rechtbank Groningen bij uitspraak van 11 maart 2008 het beroep van de vereniging Dorpsbelang Goutum tegen drie vrijstellingen en bouwvergunningen van 25 oktober 2006 ongegrond heeft verklaard en dat als gevolg hiervan geen reden meer bestaat om de schorsing van de goedkeuring van voormelde planonderdelen te laten voortduren. Zij wensen de inwerkingtreding van deze planonderdelen, aangezien deze een ruimer gebied beslaan dan voormelde vrijstellingen en op basis van de inwerkingtreding van deze planonderdelen bouwvergunningen kunnen worden verleend. Daartoe zijn reeds bouwaanvragen gedaan.
2.3. Het plan voorziet in de bouw van ongeveer 450 woningen en in de bouw van een basisschool en een supermarkt en maakt deel uit van een omvangrijker gebied ten zuiden van Leeuwarden, het nieuw te ontwikkelen stadsdeel De Zuidlanden, waarbinnen de bouw van ongeveer 6.500 woningen is voorzien.
2.4. In zijn uitspraak van 30 november 2007 heeft de voorzitter onder meer het volgende overwogen:
"Met de in rechte onaantastbaar geworden verleende bouwvergunning voor 47 woningen is de ontwikkeling van het deelgebied Techum onomkeerbaar. Onder deze omstandigheden ziet de Voorzitter reeds daarom geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening, waarbij de mogelijkheid van een andere fasering open blijft en het deelgebied Techum niet als eerste zal worden ontwikkeld. Tevens zijn ingevolge de in rechte onaantastbaar geworden verleende vrijstelling als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de WRO voor het ophogen van gronden ten behoeve van de voorbelasting van de toekomstige infrastructuur reeds werkzaamheden in het deelgebied Techum verricht die het weidevogelgebied al hebben verstoord. Op grond daarvan kan een voorlopige maatregel niet leiden tot het voorkomen van de verstoring van het weidevogelgebied of het voorkomen van de gestelde aantasting van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden. Hetgeen verzoekster heeft aangevoerd, geeft in zoverre geen grond voor het treffen van een voorlopige voorziening. Dit laat onverlet dat om te vermijden dat in de procedure op grond van artikel 19 van de WRO betekenis wordt toegekend aan de planonderdelen voor de gronden waarvoor vrijstellingen als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de WRO zijn verleend die nog niet in rechte onaantastbaar zijn geworden en uit de inwerkingtreding van deze planonderdelen zou worden afgeleid dat de bestemming "Woongebied 1" en "Woongebied 2" ter plaatse als een gegeven zou moeten worden beschouwd, de Voorzitter deze planonderdelen schorst om in elk opzicht te vermijden dat het zelfstandige toetsingskader voor de reeds genomen, thans bij de rechtbank Groningen voorliggende, besluiten op grond van artikel 19, tweede lid, van de WRO door de inwerkingtreding van het plan wordt beïnvloed."
2.5. De rechtbank Groningen heeft bij uitspraak van 11 maart 2008 het beroep van de vereniging Dorpsbelang Goutum tegen drie op 25 oktober 2006 verleende vrijstellingen en bouwvergunningen ongegrond verklaard. De door de voorzitter bedoelde beïnvloeding van het zelfstandige toetsingskader kan zich derhalve niet meer doen. Op basis van deze vrijstellingen en bouwvergunningen kunnen in het gebied, waar ook de geschorste planonderdelen grotendeels betrekking op hebben, reeds 46 woningen worden gebouwd. Daarnaast kunnen in het deelgebied Techum op basis van een onherroepelijke bouwvergunning en onherroepelijke vrijstelling reeds 47 woningen worden gebouwd en gronden worden opgehoogd. Gelet op het voorgaande is de ontwikkeling van het deelgebied Techum onomkeerbaar en is de vraag of een verstoring van het weidevogelgebied of de cultuurhistorische en landschappelijke waarden als gevolg van inwerkingtreding van de betrokken plandelen kan worden voorkomen niet meer aan de orde.
2.6. Gelet op het voorgaande, alsmede gelet op het voldoende aannemelijk gemaakte belang van verzoekers bij inwerkingtreding van voormelde planonderdelen, ziet de voorzitter geen aanleiding de gedeeltelijke schorsing van het besluit omtrent goedkeuring te laten voortduren. De verzoeken dienen te worden toegewezen en de getroffen voorlopige voorziening dient derhalve te worden opgeheven.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
heft de voorlopige voorziening, getroffen bij uitspraak van de voorzitter van 30 november 2007 in zaaknr. 200706132/2, op.
Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R. Kegge, ambtenaar van Staat.
w.g. Hoekstra w.g. Kegge
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 7 mei 2008
459.