Datum uitspraak: 29 april 2008
Uitspraak in het geding tussen:
de vereniging Tennisvereniging Genneper Parken, gevestigd te Eindhoven,
het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
Bij besluit van 17 april 2007, kenmerk 1225743, heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Eindhoven (hierna: de raad) bij besluit van 22 augustus 2006 vastgestelde bestemmingsplan "Buitengebied".
Tegen dit besluit heeft Tennisvereniging Genneper Parken (hierna: TVGP) bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 24 mei 2007, beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Hiertoe in de gelegenheid gesteld, heeft het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Het college heeft een nader stuk ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 april 2008, waar TVGP, vertegenwoordigd door G. Lentink en A.H. de Vries, is verschenen. Voorts is als partij gehoord de raad, vertegenwoordigd door H.W. van den Reek, ambtenaar in dienst van de gemeente.
2.1. Ingevolge artikel 28, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, gelezen in samenhang met artikel 10:27 van de Algemene wet bestuursrecht, rust op het college de taak om - in voorkomend geval mede op basis van de ingebrachte bedenkingen - te onderzoeken of het plan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Daarbij dient het rekening te houden met de aan de raad toekomende vrijheid om bestemmingen aan te wijzen en voorschriften te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. Daarnaast heeft het college er op toe te zien dat het plan en de totstandkoming daarvan niet in strijd zijn met het recht.
2.2. TVGP betoogt dat het college ten onrechte goedkeuring heeft verleend aan het plan, omdat daarin niet is voorzien in een bouwvlak voor de huidige locatie van het paviljoen van TVGP, gelegen op een perceel met tennisbanen aan de Theo Koomenlaan in Eindhoven (hierna: het perceel). Hiertoe voeren zij aan dat het plan ten onrechte voorziet in slechts één bouwvlak op het perceel ten behoeve van een gedeeld paviljoen voor de twee aanwezige tennisverenigingen TVGP en THES. Het tennispark bestaat uit 23 banen, waarop thans zowel een paviljoen van THES als van TVGP liggen. Op deze wijze wordt TVGP als gevolg van het plan gedwongen tot een onnatuurlijke fusie met THES. TVGP wenst dan ook een eigen - nieuw te bouwen - paviljoen te behouden op de huidige locatie. Verder stelt het gemeentebestuur zich volgens TVGP ten onrechte op het standpunt dat nieuwbouw op de plaats van het huidige paviljoen niet kan plaatsvinden omdat dit in strijd zou zijn met het ruimtelijke beleid ter plaatse, zoals is neergelegd in de 'Structuurvisie Genneper Parken 2004' (hierna: de structuurvisie). Als laatste voert TVGP aan dat het huidige paviljoen in 1996 tot stand is gekomen op basis van een tijdelijke bouwvergunning voor vijf jaar. Omdat het paviljoen er inmiddels ruim 10 jaar staat, heeft het gemeentebestuur - door het paviljoen te blijven gedogen na het verstrijken van de instandhoudingstermijn van de bouwvergunning - de verwachting gewekt dat een paviljoen ter plaatse niet op ruimtelijke bezwaren stuit.
2.3. Het college heeft bij de goedkeuring van het plandeel in aanmerking genomen dat de keuze voor concentratie van de paviljoens in belangrijke mate is gebaseerd op de structuurvisie. Het gemeentebestuur wil hiermee verdere aantasting van de aanwezige natuurwaarden voorkomen. Er bestaat geen discussie over het feit dat het huidige paviljoen van TVGP aan vervanging toe is. Het paviljoen is echter een tijdelijke voorziening waarvoor geen bouwvlak in het plan opgenomen hoeft te worden. Dat het paviljoen al 10 jaar in stand wordt gehouden, maakt dit niet anders omdat het gemeentebestuur reeds een aantal jaren actief tot een definitieve oplossing poogt te komen voor het tijdelijke paviljoen. Het college acht de in het plan gekozen oplossing van een gedeeld paviljoen aanvaardbaar. Daarbij is in aanmerking genomen dat niet vaststaat dat het toegekende bouwvlak onvoldoende ruimte zou bieden aan beide tennisverenigingen. Voorts is in het bestreden besluit overwogen dat, indien een groter bouwvlak nodig zou blijken, een daarvoor bestemde procedure zal worden gevolgd.
2.4. Met betrekking tot het betoog van TVGP dat van strijd met de structuurvisie geen sprake is, overweegt de Afdeling als volgt. Uit de structuurvisie blijkt dat het perceel waarop het paviljoen ligt, is gelegen binnen 'zone 4 - intensieve recreatie' van de structuurvisie. Hier wordt ruimte voor ontwikkelingen - waaronder nieuwe of uitbreiding van bebouwing - geboden, onder de voorwaarden dat dit geen negatieve effecten heeft voor de kwaliteit van Genneper Parken als geheel, sprake is van een goede landschappelijk inpassing en zonodig compensatie voor verlies aan natuur plaatsvindt.
In het plan is aan het perceel de bestemming "Sportvoorzieningen" toegekend. Ingevolge de daarop betrekking hebbende planvoorschriften, in samenhang bezien met de aanduiding 'bouwvlak' op de plankaart, is slechts op de locatie van het gebouw waar thans THES is gevestigd, de bouw van een paviljoen toegestaan. Op de plankaart is geen bouwvlak opgenomen voor de plaats waar het huidige, tijdelijke paviljoen van TVGP staat.
In het besluit tot vaststelling van het plan, noch in het goedkeuringsbesluit is gemotiveerd aangegeven waarom de (nieuw)bouw van een paviljoen op de door TGVP gewenste locatie in strijd is met de structuurvisie. Aan de enkele stelling van het gemeentebestuur dat dit ruimtelijk niet aanvaardbaar is, omdat de door TVGP gewenste locatie binnen 50 meter van de rivier de Tongelreep is gelegen komt geen betekenis toe. Nog daargelaten dat de ligging binnen een dergelijke afstand door TVGP is betwist, is ter zitting komen vast te staan dat de genoemde afstand niet berust op enig planvoorschrift dan wel op een beleidsregel.
Voorts ligt het paviljoen tussen de zes tennisbanen die bij TVGP in gebruik zijn. Dat sprake is van enige aantasting van natuurwaarden bij nieuwbouw, inclusief de door TVGP gewenste uitbreiding van het paviljoen van 90 naar 120 m2, op dezelfde locatie tussen de tennisbanen is niet gebleken. Verder is op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting ook niet gebleken dat nieuwbouw van het in slechte bouwkundige staat verkerende paviljoen van TVGP leidt tot een negatief effect voor de kwaliteit van Genneper Parken als geheel, dan wel dat die niet zou stroken met een goede landschappelijke inpassing. Daarbij is in aanmerking genomen dat in het plan op de omringende percelen is voorzien in de oprichting van grootschalige sportcomplexen, waarbij het bouwvlak van het sportcomplex met zwembad tot bijna aan de Tongelreep is gesitueerd.
Derhalve is niet inzichtelijk gemaakt waarom hier van de in de structuurvisie ten behoeve van 'zone 4- intensieve recreatie' geboden bebouwingsmogelijkheid geen gebruik zou kunnen worden gemaakt. De stelling van het gemeentebestuur dat ter plaatse een restrictief beleid geldt ten aanzien van nieuwe bebouwing is niet af te leiden uit de structuurvisie noch uit het bestemmingsplan, zodat het bestreden besluit in zoverre niet op een draagkrachtige motivering berust.
2.5. Niet in geschil is dat in het voorgaande bestemmingsplan "Gennep 1988" de bouw van een paviljoen op de huidige locatie mogelijk was. Het was in 1996 derhalve eveneens mogelijk om een reguliere bouwvergunning te verkrijgen. Ter zitting heeft TVGP gesteld en is door het gemeentebestuur niet weersproken dat slechts een tijdelijke bouwvergunning is aangevraagd omdat niet voldoende duidelijkheid bestond omtrent de levensvatbaarheid van TVGP in de toekomst. Het was de bedoeling om alsnog een permanent paviljoen te bouwen indien van het bestaansrecht van TVGP zou zijn gebleken. Ter zitting is door TVGP nog gesteld dat in november 2006 door het gemeentebestuur mondeling toestemming is verleend aan TVGP voor uitbreiding van het huidige paviljoen en dat de gemeente een deel van de kosten van die uitbreiding voor haar rekening heeft genomen.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de Afdeling onvoldoende onderzoek gedaan naar de relevante feiten en omstandigheden en het af te wegen belang van TVGP bij een apart bouwvlak voor haar paviljoen.
2.6. De conclusie is dat hetgeen TVGP heeft aangevoerd aanleiding geeft voor het oordeel dat het bestreden besluit is genomen in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid en niet berust op een deugdelijke motivering. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient wegens strijd met artikel 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht te worden vernietigd voor zover daarbij goedkeuring is verleend aan het plandeel dat ziet op het deel van het perceel, waar thans het paviljoen van TVGP staat.
2.7. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant van 17 april 2007, kenmerk 1225743, voor zover daarbij goedkeuring is verleend aan het plandeel dat betrekking heeft op het deel van het perceel, gelegen aan de Theo Koomenlaan in Eindhoven, waar thans het paviljoen van Tennisvereniging Genneper Parken is gesitueerd, zoals nader aangeduid op de bij deze uitspraak behorende gewaarmerkte kaart;
III. gelast dat de provincie Noord-Brabant aan Tennisvereniging Genneper Parken het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 285,00 (zegge: tweehonderdvijfentachtig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. H.E. Troost, ambtenaar van Staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Troost
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 29 april 2008