ECLI:NL:RVS:2008:BC7620

Raad van State

Datum uitspraak
26 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200704770/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • W. Konijnenbelt
  • P. Lodder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering bouwvergunning en vrijstelling voor herbouw van een hooiberg in Soest

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, die op 29 mei 2007 zijn beroep ongegrond verklaarde. Het college van burgemeester en wethouders van Soest had op 22 december 2005 geweigerd om aan de appellant een bouwvergunning en vrijstelling te verlenen voor de herbouw van een hooiberg, het aanbrengen van een vloeistofdichte plaat met zijwanden en het uitbreiden van een dak van een bestaande schuur op een perceel in Soest. De rechtbank oordeelde dat de bouwplannen niet in overeenstemming waren met het bestemmingsplan "Landelijk gebied 1994". De appellant stelde dat de rechtbank dit had miskend en ging in hoger beroep bij de Raad van State.

De Raad van State heeft de zaak op 20 februari 2008 ter zitting behandeld, waarbij de appellant in persoon en bijgestaan door zijn advocaat, mr. L.J.H. de Vink, aanwezig was. Het college werd vertegenwoordigd door G. Huttinga, ambtenaar van de gemeente. Tijdens de zitting zijn er nog stukken in het geding gebracht, zonder dat er bezwaren van partijen waren.

De Raad van State heeft overwogen dat het college eerder, op 6 juli 2004, een besluit had genomen waarbij het de appellant had gelast om de eerder genoemde bouwwerken te verwijderen, omdat deze in strijd waren met het bestemmingsplan. De rechtbank had terecht geen aanleiding gezien om het college in deze procedure een ander standpunt te laten innemen. Het hoger beroep van de appellant is ongegrond verklaard, en de aangevallen uitspraak van de rechtbank is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 26 maart 2008.

Uitspraak

200704770/1.
Datum uitspraak: 26 maart 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Soest,
tegen de uitspraak in zaak nr. 2006/1774 van de rechtbank Utrecht van 29 mei 2007 in het geding tussen:
[appellant],
en
het college van burgemeester en wethouders van Soest.
1. Procesverloop
Bij besluit van 22 december 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest (hierna: het college) geweigerd aan
[appellant] bouwvergunning en vrijstelling te verlenen voor de herbouw van een hooiberg, het aanbrengen van een vloeistofdichte plaat met zijwanden en het uitbreiden van een dak van een bestaande schuur op het perceel [locatie] te [plaats] (hierna: het perceel).
Bij uitspraak van 29 mei 2007, verzonden op 30 mei 2007, heeft de rechtbank Utrecht (hierna: de rechtbank) het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 10 juli 2007, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 februari 2008, waar [appellant], in persoon en bijgestaan door mr. L.J.H. de Vink, en het college, vertegenwoordigd door G. Huttinga, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen.
Buiten bezwaren van partijen zijn ter zitting nog stukken in het geding gebracht.
2. Overwegingen
2.1. [appellant] betoogt uitsluitend dat de rechtbank heeft miskend dat de bouwplannen in overeenstemming zijn met het bestemmingsplan "Landelijk gebied 1994" (hierna: het bestemmingsplan).
2.1.1. Dit betoog faalt. Bij besluit van 6 juli 2004 heeft het college het besluit van 12 december 2003, waarbij [appellant], voor zover thans van belang, onder aanzegging van bestuursdwang is gelast de hooiberg, de vloeistofdichte plaat met zijwanden en het dak van de schuur op het perceel te verwijderen, gehandhaafd. In haar uitspraak van 4 mei 2005, in zaak nr.
200409054/1, heeft de Afdeling de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank, waarin het beroep van [appellant] tegen voormeld besluit van 6 juli 2004 ongegrond is verklaard, bevestigd. Daartoe heeft de Afdeling overwogen dat de hooiberg, de plaat en de schuur in strijd zijn met het bestemmingsplan. De rechtbank heeft terecht geen aanleiding gezien voor het oordeel dat het college in deze procedure hierover een ander standpunt behoorde in te nemen.
2.2. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. W. Konijnenbelt, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P. Lodder, ambtenaar van Staat.
w.g. Konijnenbelt w.g. Lodder
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 26 maart 2008
17-476.