ECLI:NL:RVS:2008:BC6386

Raad van State

Datum uitspraak
12 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200708505/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een eerdere uitspraak inzake luchtkwaliteit door de Raad van State

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 12 maart 2008 uitspraak gedaan op het verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van 1 augustus 2007. Het verzoek is ingediend door de Huurdersvereniging Spieringshoekflat, gevestigd te Schiedam, die de herziening vroeg van de uitspraak waarin het hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam ongegrond werd verklaard. De Huurdersvereniging stelde dat er nieuwe feiten waren, namelijk een rapportage over de luchtkwaliteit van de gemeente Schiedam, die zou aantonen dat de luchtkwaliteit slechter was dan eerder gerapporteerd. Dit zou volgens hen aanleiding moeten zijn voor een andere uitspraak.

De Afdeling heeft het verzoek behandeld op 11 februari 2008, waarbij de Huurdersvereniging werd vertegenwoordigd door hun advocaat, mr. J.E. Dijk, en het college van burgemeester en wethouders van Schiedam door ambtenaren en hun advocaat, mr. J.C. Ellerman. Ook andere betrokken partijen, zoals Vernieuwde Stad Verwerving B.V. en ABB Ontwikkeling B.V., waren aanwezig.

De Afdeling overwoog dat de rapportage van DCMR Milieudienst Rijnmond niet als nieuw feit kon worden aangemerkt, omdat deze rapportage niet specifiek betrekking had op het bouwplan dat in de eerdere uitspraak aan de orde was. De rapporten die aan de eerdere uitspraak ten grondslag lagen, waren gericht op de gevolgen van dat specifieke bouwplan voor de luchtkwaliteit. De nieuwe rapportage was meer algemeen van aard en voldeed niet aan de criteria voor herziening zoals gesteld in de Algemene wet bestuursrecht. Daarom werd het verzoek tot herziening afgewezen en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

200708505/1.
Datum uitspraak: 12 maart 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het verzoek van:
de Huurdersvereniging Spieringshoekflat, gevestigd te Schiedam,
verzoekster,
om herziening van de uitspraak van de Afdeling van 1 augustus 2007, in zaak nr. <a target="_blank" href="http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/zoekresultaat/?verdict_id=17810&">200609295/1</a>.
1. Procesverloop
Bij uitspraak van 1 augustus 2007, in zaak nr.
200609295/1, heeft de Afdeling het hoger beroep van onder meer de Huurdersvereniging Spieringshoekflat (hierna: Spieringshoekflat) tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 28 november 2006 in zaak nrs. 06/845, 06/1411 en 06/1413 ongegrond verklaard en deze uitspraak bevestigd. Deze uitspraak is aangehecht.
Bij brief van 5 december 2007 heeft Spieringshoekflat de Afdeling verzocht die uitspraak te herzien.
Het college van burgemeester en wethouders van Schiedam (hierna: het college) heeft een verweerschrift ingediend.
Het college heeft een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft het verzoek ter zitting behandeld op 11 februari 2008, waar Spieringshoekflat, vertegenwoordigd door mr. J.E. Dijk, advocaat te Amsterdam, en het college, vertegenwoordigd door R.N. Soebhan, A. Nix en J. Voerman, ambtenaren in dienst van de gemeente, bijgestaan door mr. J.C. Ellerman, advocaat te Amsterdam, zijn verschenen. Voorts zijn daar Vernieuwde Stad Verwerving B.V. en ABB Ontwikkeling B.V., vertegenwoordigd door mr. D.A. Cleton, gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, gelezen in verband met artikel 36, eerste lid, van de Wet op de Raad van State, kan de Afdeling op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren of redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Afdeling eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
2.2. Spieringshoekflat betoogt dat uit de "Rapportage luchtkwaliteit 2006 van de gemeente Schiedam" van DCMR Milieudienst Rijnmond van juni 2007 (hierna: de rapportage) blijkt dat de luchtkwaliteit beduidend slechter is dan de rapporten van Witteveen & Bos van 3 november 2005 en van DHV van 5 juli 2006, die aan de uitspraak waarvan herziening wordt verzocht ten grondslag zijn gelegd, doen voorkomen. Spieringshoekflat betoogt dat de rapportage kan worden aangemerkt als een nieuw gebleken feit van vóór de uitspraak van de Afdeling van 1 augustus 2007 en dat de Afdeling tot een ander oordeel zou zijn gekomen indien zij van deze rapportage was uitgegaan.
2.3. Hetgeen Spieringshoekflat betoogt kan niet leiden tot herziening van de uitspraak van de Afdeling van 1 augustus 2007, in zaak nr.
200609295/1. De aan deze uitspraak ten grondslag liggende rapporten van Witteveen & Bos van 3 november 2005 en DHV van 5 juli 2006 zijn opgesteld teneinde de gevolgen van het concrete bouwplan dat in de uitspraak van de Afdeling aan de orde was voor de luchtkwaliteit inzichtelijk te maken en om aan te geven dat met dit bouwplan wordt voldaan aan de eisen als bedoeld in artikel 7 van het Besluit Luchtkwaliteit 2005 (hierna: Blk 2005). De nu als nieuw feit geïntroduceerde rapportage is evenwel opgesteld op grond van artikel 26 van het Blk 2005 en is bedoeld om de luchtkwaliteit over het jaar 2006 in de gemeente Schiedam in zijn algemeenheid in kaart te brengen. Gelet hierop is de laatstgenoemde rapportage geen feit of omstandigheid die, indien zij bij de Afdeling bekend was geweest vóór haar uitspraak waarvan herziening wordt verzocht, tot een andere uitspraak zou hebben kunnen leiden.
2.4. Het verzoek dient te worden afgewezen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzitter, en mr. H.Ph.J.A.M. Hennekens en mr. K.J.M. Mortelmans, leden, in tegenwoordigheid van mr. C. Taal, ambtenaar van Staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Taal
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 12 maart 2008
17-531.