ECLI:NL:RVS:2008:BC4719
Raad van State
- Hoger beroep
- R. van der Spoel
- A.W.M. Bijloos
- C.H.M. van Altena
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vreemdelingenbewaring en gecontroleerd vertrek
In deze zaak gaat het om de onrechtmatigheid van de vreemdelingenbewaring van een vreemdeling die in Nederland verblijft. De vreemdeling, H.M. Balde, was op 16 december 2007 in vreemdelingenbewaring gesteld. De staatssecretaris van Justitie stelde dat er belang was bij een gecontroleerd vertrek van de vreemdeling, omdat zij verdacht werd van het aanbieden van een vals biljet in een casino. Echter, de vreemdeling beschikte over een geldig paspoort, een visum voor de Benelux en een retourticket naar Guinee, wat haar in staat stelde Nederland te verlaten. De rechtbank had niet onderkend dat de staatssecretaris, nu aan de voorwaarden van artikel 59, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 was voldaan, de bewaring had moeten beëindigen. De Raad van State oordeelde dat de bewaring van aanvang af onrechtmatig was geweest, omdat er geen feiten of omstandigheden waren die de staatssecretaris deden twijfelen aan de verklaring van de vreemdeling dat zij Nederland op 19 december 2007 zou verlaten. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de vreemdeling gegrond. Tevens werd de Staat der Nederlanden veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de vreemdeling en de proceskosten.