ECLI:NL:RVS:2008:BC4643

Raad van State

Datum uitspraak
13 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200709082/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake revisievergunning varkenshouderij in ecologische hoofdstructuur

Op 13 november 2007 verleende het college van burgemeester en wethouders van Raalte een revisievergunning voor een varkenshouderij aan [vergunninghouder] op [locatie] te [plaats]. Dit besluit werd op 22 november 2007 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit hebben [verzoekers] op 27 december 2007 beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 31 januari 2008 behandeld. Tijdens de zitting waren [verzoekers], vertegenwoordigd door [gemachtigden], en het college, vertegenwoordigd door J.J.M. Legebeke en H.J.G. Vollenbroek, aanwezig. Ook [vergunninghouder] was ter zitting als partij gehoord.

De voorzitter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. [Verzoekers] betoogden dat het college ten onrechte geen rekening had gehouden met de ligging van de inrichting in de ecologische hoofdstructuur en de nabijgelegen grond die was aangekocht voor nieuwe natuur. De voorzitter stelde vast dat volgens artikel 8.10 van de Wet milieubeheer de vergunning alleen kan worden geweigerd in het belang van de bescherming van het milieu. De omstandigheden die [verzoekers] aanvoerden, rechtvaardigden niet de weigering van de vergunning.

Daarnaast werd het betoog van [verzoekers] dat 80 hectare aaneengesloten bos van het [Landgoed] ten onrechte niet als kwetsbaar gebied was aangemerkt, niet in behandeling genomen, omdat dit aspect niet relevant was voor het bestreden besluit. De voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen en wees het verzoek af. Er werd ook geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gedaan op 13 februari 2008.

Uitspraak

200709082/2.
m uitspraak: 13 februari 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekers], woonplaats kiezend te [plaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Raalte,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 13 november 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Raalte (hierna: het college) aan [vergunninghouder] een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een varkenshouderij aan de [locatie] te [plaats]. Dit besluit is op 22 november 2007 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit hebben [verzoekers] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 27 december 2007, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 27 december 2007, hebben [verzoekers] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 31 januari 2008, waar [verzoekers], vertegenwoordigd door [gemachtigden], en het college, vertegenwoordigd door J.J.M. Legebeke en H.J.G. Vollenbroek, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is [vergunninghouder] ter zitting als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. [verzoekers] betogen dat het college bij het nemen van het bestreden besluit ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de ligging van de inrichting in de ecologische hoofdstructuur. Zij wijzen er in dit verband op dat naast de inrichting grond is gelegen die is aangekocht voor nieuwe natuur.
2.2.1. In artikel 8.10, eerste lid, van de Wet milieubeheer is bepaald dat de vergunning slechts in het belang van de bescherming van het milieu kan worden geweigerd. De omstandigheden dat de inrichting is gelegen in de ecologische hoofdstructuur en dat naburige grond, zoals [verzoekers] aanvoeren, is aangekocht voor nieuwe natuur maken niet dat de onderhavige vergunning in het belang van de bescherming van het milieu geweigerd had moeten worden. De voorzitter ziet in zoverre dan ook geen aanleiding tot het treffen van een voorlopige voorziening.
2.3. Voor zover [verzoekers] betogen dat 80 hectare aaneengesloten bos van het [Landgoed] ten onrechte niet is aangemerkt als kwetsbaar gebied in de zin van de Wet ammoniak en veehouderij, overweegt de voorzitter dat dit aspect geen betrekking heeft op het bestreden besluit zodat het niet ter beoordeling staat in deze procedure.
2.4. Gelet op het voorgaande wijst de voorzitter het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J. Fransen, ambtenaar van Staat.
w.g. Hammerstein-Schoonderwoerd w.g. Fransen
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 13 februari 2008
407-493.