ECLI:NL:RVS:2008:BC4238
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.H. van Kreveld
- L.A.M. van Hamond
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom opgelegd door college van burgemeester en wethouders van Stadskanaal
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 8 februari 2008 uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door [verzoeker] tegen het college van burgemeester en wethouders van Stadskanaal, dat op 27 februari 2007 een last onder dwangsom had opgelegd wegens overtredingen van milieuregels. Het college had de last aangepast na een gedeeltelijk gegrond verklaard bezwaar van [verzoeker].
[Verzoeker] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank Groningen heeft de zaak doorgezonden naar de Raad van State, waar het verzoek op 4 februari 2008 ter zitting is behandeld. De vertegenwoordiger van het college, S.M.H. Kerckhoffs, was aanwezig.
De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Tijdens de zitting heeft het college aangegeven dat het maximale bedrag van de dwangsom al is verbeurd. De voorzitter achtte dit gelet op de controles en de bijbehorende foto's niet onaannemelijk.
Uiteindelijk heeft de voorzitter geconcludeerd dat er geen spoedeisend belang is bij het treffen van een voorlopige voorziening en heeft het verzoek afgewezen. Er was ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 8 februari 2008.