Uitspraak
200704804/1, heeft de Afdeling op het beroep beslist. Derhalve is geen sprake meer van een geding. Daarom dient het verzoek te worden afgewezen.
Raad van State
Op 6 februari 2008 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het geding tussen de besloten vennootschap SB&O B.V. en het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant. Het verzoek volgde op een besluit van de gemeenteraad van Eindhoven van 19 september 2006, waarbij het bestemmingsplan "Tongelresche Akkers" werd vastgesteld. Dit besluit was genomen op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven, dat op 12 juni en 29 augustus 2006 had geadviseerd over het bestemmingsplan.
De goedkeuring van het bestemmingsplan werd door de gedeputeerde staten van Noord-Brabant op 1 mei 2007 verleend, maar SB&O B.V. heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Raad van State. Dit beroep werd ingediend op 10 juli 2007, en op 5 november 2007 verzocht SB&O de Voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening te treffen.
De zaak werd behandeld op 10 januari 2008, waarbij SB&O werd vertegenwoordigd door mr. K.M. Peters, advocaat te Tilburg, en Ballast Nedam Ontwikkelingsmaatschappij B.V. werd vertegenwoordigd door mr. M.C. Brans, advocaat te Amsterdam. De Voorzitter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er inmiddels een uitspraak was gedaan op het beroep, waardoor er geen sprake meer was van een geding. Het verzoek om voorlopige voorziening werd daarom afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, in tegenwoordigheid van ambtenaar van Staat mr. A.P. de Rooy. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 6 februari 2008.