ECLI:NL:RVS:2008:BC3616
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.H. van Kreveld
- C.W. Mouton
- W. Sorgdrager
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen nadere eisen van het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer inzake inrichting en geluidseisen
Op 6 februari 2008 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen [appellante], gevestigd te [woonplaats], en het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer. Het geschil betreft een besluit van 13 februari 2007, waarbij het college nadere eisen heeft gesteld aan de inrichting van [appellante] aan de [locatie] te [plaats]. Dit besluit werd op 16 februari 2007 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit heeft [appellante] op 28 maart 2007 beroep ingesteld bij de Raad van State.
Tijdens de zitting op 3 december 2007 waren zowel [appellante], vertegenwoordigd door mr. H.H. Luigies, als het college, vertegenwoordigd door Y. Klaver, aanwezig. De Afdeling heeft partijen in de gelegenheid gesteld om hun zienswijze te geven over de toepasselijkheid van het op 1 januari 2008 in werking getreden Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Beide partijen hebben schriftelijk gereageerd en aangegeven af te zien van een nadere zitting.
De Afdeling overweegt dat het bestreden besluit nadere eisen stelt op basis van artikel 5, eerste lid, aanhef en onder a, van het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer, met betrekking tot geluid. Echter, met de inwerkingtreding van het nieuwe Besluit op 1 januari 2008 zijn de bij het bestreden besluit gestelde eisen van rechtswege vervallen, omdat het besluit tot vaststelling van deze eisen op dat moment nog niet onherroepelijk was. De Afdeling concludeert dat [appellante] geen belang meer heeft bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.