ECLI:NL:RVS:2008:BC3085

Raad van State

Datum uitspraak
24 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200705442/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • B. van Wagtendonk
  • D. Roemers
  • P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
  • M.G.J. Parkins-de Vin
  • H.G. Lubberdink
  • A.W.M. Bijloos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van staatsraden in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door de Raad van State, heeft verzoeker tijdens de openbare zitting op 17 januari 2008 een wrakingsverzoek ingediend tegen de staatsraden mr. B. van Wagtendonk, mr. D. Roemers en mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen. Dit verzoek volgde op de behandeling van de hoofdzaak, waarin verzoeker betrokken was bij het College bescherming persoonsgegevens. De staatsraden hebben niet ingestemd met de wraking. Tijdens de zitting is verzoeker gehoord, maar de staatsraden hebben geen gebruik gemaakt van hun recht om zich te verdedigen tegen het wrakingsverzoek.

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft het wrakingsverzoek op 17 januari 2008 behandeld. Verzoeker stelde dat de Afdeling geen onpartijdige en onafhankelijke rechter was, verwijzend naar een arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Hij vroeg om garanties van onpartijdigheid van de staatsraden en de leden van de wrakingskamer. De verzoeken waren echter niet specifiek gericht op individuele leden van de kamers, waardoor de Afdeling oordeelde dat deze verzoeken niet als wrakingsverzoeken in de zin van de wet konden worden aangemerkt.

Uiteindelijk heeft de Afdeling het verzoek om wraking van de leden van de wrakingskamer buiten behandeling gelaten en het verzoek om wraking van de staatsraden afgewezen. De uitspraak werd openbaar gedaan door de voorzitter en de leden van de Afdeling, met de ambtenaar van Staat aanwezig. Deze uitspraak benadrukt de strikte eisen die aan wrakingsverzoeken worden gesteld en de noodzaak van specifieke onderbouwing.

Uitspraak

200705442/2.
Datum uitspraak: 17 januari 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Proces-verbaal van de mondelinge beslissing met overeenkomstige toepassing van artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht op een verzoek van:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
om toepassing van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht.
1. Procesverloop
Tijdens de openbare behandeling ter zitting van 17 januari 2008 van de zaak nr. 200705442/1 tussen verzoeker en het College bescherming persoonsgegevens (hierna: de hoofdzaak), heeft verzoeker verzocht om wraking van mr. B. van Wagtendonk, mr. D. Roemers en mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen (hierna: de staatsraden), voorzitter respectievelijk leden van de meervoudige kamer die is belast met de behandeling van de hoofdzaak.
De staatsraden hebben niet in de wraking berust.
De Afdeling heeft het wrakingsverzoek ter zitting behandeld op 17 januari 2008, waar verzoeker, in persoon is gehoord.
De staatsraden hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord.
Tijdens deze zitting heeft verzoeker verzocht om wraking van de leden van de wrakingskamer die is belast met de behandeling van het verzoek om wraking van de staatsraden.
Bij mondelinge beslissing van 17 januari 2007 heeft de Afdeling het verzoek om toepassing van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van de leden van de wrakingskamer buiten behandeling gelaten en ten aanzien van de staatsraden afgewezen.
Daartoe heeft zij het volgende overwogen.
Ingevolge artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Ingevolge artikel 39 van de Wet op de Raad van State is dit artikel van overeenkomstige toepassing indien bij de Afdeling hoger beroep wordt ingesteld.
Verzoeker stelt dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geen onpartijdige en onafhankelijke rechter is en verwijst daarvoor naar het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 11 januari 2007 in de zaak Salah Sheekh. Hij wenst van de leden van de wrakingskamer en de staatsraden dat zij, buiten het feit dat zij staatsraden in buitengewone dienst zijn, garanties geven dat zij onpartijdig en onafhankelijk zijn.
De verzoeken zijn naar hun strekking gericht tegen alle leden van de Afdeling. De verzoeken kunnen daarom niet worden aangemerkt als verzoeken om wraking in de zin der wet, nu zij niet specifiek betrekking hebben op een of meer leden van de kamers die belast zijn met de behandeling van het wrakingsverzoek respectievelijk de hoofdzaak.
Het verzoek om wraking van de leden van de wrakingskamer is om die reden buiten behandeling gelaten en het verzoek om wraking van de staatsraden is om die reden afgewezen.
Aldus uitgesproken in het openbaar door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, Voorzitter, en mr. H.G. Lubberdink en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. A.C. Rop, ambtenaar van Staat.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Rop
Voorzitter ambtenaar van Staat
417.