ECLI:NL:RVS:2008:BC2222

Raad van State

Datum uitspraak
9 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200706676/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan 'Om de Haenen' in Breda

Op 9 januari 2008 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een aantal verzoekers tegen het besluit van de gemeenteraad van Breda, dat op 14 december 2006 het bestemmingsplan 'Om de Haenen' had vastgesteld. De zaak kwam voort uit een goedkeuringsbesluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant, dat op 24 juli 2007 was genomen. Verzoekers hebben op 17 september 2007 beroep ingesteld tegen dit goedkeuringsbesluit en vroegen de Voorzitter om een voorlopige voorziening, om te voorkomen dat met de realisatie van de woningen zou worden begonnen voordat de Afdeling in de bodemzaak uitspraak zou hebben gedaan.

De Voorzitter heeft de zaak op 7 december 2007 ter zitting behandeld, waarbij verzoekers vertegenwoordigd waren door ir. J.J.M. Luyten en verweerder door drs. B.C. Coolen. Ook de gemeenteraad was vertegenwoordigd door mr. J.A.M. van der Velden en A.J.J. Neele. In zijn overwegingen benadrukte de Voorzitter dat het oordeel voorlopig van aard is en niet bindend in de bodemprocedure. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van 500 woningen aan de buitenrand van Teteringen, die ontsloten worden op de Oosterhoutseweg. Verzoekers voerden aan dat bij de besluitvorming geen recht was gedaan aan eerdere uitspraken van de Afdeling, wat hen noopte tot het indienen van het verzoek om voorlopige voorziening.

Uitspraak

200706676/2.
Datum uitspraak: 9 januari 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoekers], wonend te [woonplaats],
en
het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 14 december 2006 heeft de gemeenteraad van Breda het bestemmingsplan 'Om de Haenen' (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld.
Verweerder heeft bij zijn besluit van 24 juli 2007, no. 1252374, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan.
Tegen dit besluit hebben onder meer verzoekers bij brief van 17 september 2007, bij de Raad van State ingekomen op 20 september 2007, beroep ingesteld.
Bij brief van 18 september 2007, bij de Raad van State ingekomen op 20 september 2007, hebben verzoekers de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 december 2007, waar verzoekers, vertegenwoordigd door ir. J.J.M. Luyten, en verweerder, vertegenwoordigd door drs. B.C. Coolen, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen. Voorts is de gemeenteraad, vertegenwoordigd door mr. J.A.M. van der Velden, advocaat te Breda, en A.J.J. Neele, ambtenaar van de gemeente, daar gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van 500 woningen aan de buitenrand van Teteringen. De woningen worden ontsloten op de Oosterhoutseweg.
2.3. Verzoekers hebben de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen teneinde te voorkomen dat met de realisering van de woningen wordt begonnen alvorens de Afdeling in de bodemzaak uitspraak zal hebben gedaan. Zij hebben daarbij met name aangevoerd dat bij de besluitvorming geen recht is gedaan aan de uitspraak van de Afdeling van 9 juni 2004 met betrekking tot de bestemmingsplannen 'Om de Haenen', 'Nieuwe Dorpsrand en Waterakkers' en 'De Woonakker' van 26 september 2002, no.