ECLI:NL:RVS:2008:BC2143
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- W. Konijnenbelt
- C.J.M. Schuyt
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake boete voor verstrekken van alcoholhoudende drank aan minderjarigen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen een besluit van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, waarbij aan haar een boete van € 1.800,00 was opgelegd wegens het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon die niet de leeftijd van 16 jaar had bereikt, en een gelijke boete voor het verstrekken van sterke drank aan een persoon die niet de leeftijd van 18 jaar had bereikt. Het besluit van de minister werd genomen op 23 september 2005, en het bezwaar van appellante werd op 17 mei 2006 ongegrond verklaard. De rechtbank Alkmaar verklaarde op 7 mei 2007 het beroep van appellante tegen dit besluit eveneens ongegrond.
Appellante heeft op 20 juni 2007 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. De minister heeft op 21 september 2007 een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 17 december 2007 is de zaak behandeld, waarbij de minister vertegenwoordigd was door mr. R.F.C. Kleine Deters van de Voedsel en Waren Autoriteit.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overweegt dat het ingediende beroepschrift niet de gronden van het hoger beroep bevatte, zoals vereist volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht. Appellante is in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. Daarom concludeert de Afdeling dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin op 16 januari 2008.