ECLI:NL:RVS:2008:BC2111

Raad van State

Datum uitspraak
16 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200703896/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen nadere eisen horeca-inrichting Babbel B.V. niet-ontvankelijk verklaard

Op 16 januari 2008 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Babbel B.V. en het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn. Het college had op 27 april 2007 nadere eisen gesteld aan de horeca-inrichting van Babbel B.V. op het perceel Hoofdstraat 192 te Apeldoorn, krachtens het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer. Dit besluit werd ter inzage gelegd op dezelfde dag. Babbel B.V. heeft op 6 juni 2007 beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij de gronden zijn aangevuld op 2 juli 2007. De zaak werd door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer.

Tijdens de zitting op 3 januari 2008 is Babbel B.V. vertegenwoordigd door mr. M.S. van den Berg, advocaat te Apeldoorn, en het college door M. Bomhof, ambtenaar van de gemeente. De Raad van State overwoog dat op 1 januari 2008 het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer in werking is getreden, waardoor het Besluit horeca is ingetrokken. Aangezien de nadere eisen die in het bestreden besluit waren opgenomen, met de inwerkingtreding van het nieuwe Besluit van rechtswege zijn vervallen, had Babbel B.V. geen belang meer bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het besluit. De Raad van State concludeerde dat het beroep van Babbel B.V. niet-ontvankelijk was, en er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het beroep van Babbel B.V. niet-ontvankelijk verklaarde. De uitspraak is openbaar gedaan op 16 januari 2008.

Uitspraak

200703896/1.
Datum uitspraak: 16 januari 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Babbel B.V., gevestigd te Apeldoorn,
appellante,
en
het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 27 april 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn (hierna: het college) krachtens het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer (hierna: het Besluit horeca) nadere eisen gesteld met betrekking tot de horeca-inrichting van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Babbel B.V." (hierna: Babbel B.V.) op het perceel Hoofdstraat 192 te Apeldoorn. Dit besluit is op 27 april 2007 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit heeft Babbel B.V. bij brief van 6 juni 2007, bij de Raad van State ingekomen op 6 juni 2007, beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 2 juli 2007.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 januari 2008, waar Babbel B.V., vertegenwoordigd door mr. M.S. van den Berg, advocaat te Apeldoorn, en het college, vertegenwoordigd door M. Bomhof, ambtenaar in dienst van de gemeente, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1.1. Op 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: het Besluit) in werking getreden. Ingevolge artikel 6.43 van dat Besluit is het Besluit horeca met die inwerkingtreding ingetrokken. Voorts volgt uit het overgangsrecht als opgenomen in hoofdstuk 6 van het Besluit dat de bij het bestreden besluit gestelde nadere eisen met de inwerkingtreding van het Besluit van rechtswege zijn vervallen, nu het besluit tot vaststelling van die nadere eisen op 1 januari 2008 nog niet onherroepelijk was.
Nu het beroep van Babbel B.V. zich richt tegen nadere eisen die van rechtswege zijn vervallen, heeft zij in zoverre geen belang meer bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit. Ook anderszins is niet gebleken dat Babbel B.V. nog processueel belang heeft bij een oordeel over de rechtmatigheid van het besluit.
2.2. Het beroep is niet-ontvankelijk.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. K. Brink, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.J. Blok, ambtenaar van Staat.
w.g. Brink w.g. Blok
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 januari 2008
428.