ECLI:NL:RVS:2007:BB7275
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- P.A. Melse
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake locaties voor containers voor huishoudelijk afval
Op 10 april 2007 heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer locaties aangewezen voor containers voor de inzameling van huishoudelijk afval. Tegen dit besluit heeft verzoekster op 26 september 2007 beroep ingesteld bij de Raad van State, en op 24 september 2007 verzocht om een voorlopige voorziening. De zaak is behandeld op 15 oktober 2007, waar verzoekster, bijgestaan door M.A. Koster, en verweerster, vertegenwoordigd door mr. E. Croon, aanwezig waren. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn oordeel aangegeven dat het verzoek om een voorlopige voorziening een voorlopig karakter heeft en niet bindend is in de bodemprocedure.
De verweerster betoogde dat verzoekster te laat beroep had ingesteld en geen zienswijze had ingediend binnen de daarvoor gestelde termijn. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen de aanwijzing van een container in de Nico Snijderstraat, die bestemd is voor bewoners van de nabijgelegen Frans Duwaerstraat. De Voorzitter oordeelde dat de omstandigheid dat de containers voor een andere straat zijn bestemd, mogelijk heeft geleid tot onduidelijkheden, waardoor de formele tekortkomingen verschoonbaar zijn.
De Voorzitter heeft verder overwogen dat op basis van artikel 10.26 van de Wet milieubeheer de gemeenteraad kan bepalen dat huishoudelijke afvalstoffen nabij elk perceel worden ingezameld. Verzoekster heeft aangegeven dat de locatie van de container hinder veroorzaakt, met klachten over stank, geluidsoverlast en ongedierte. De Voorzitter heeft vastgesteld dat de container op een afstand van ongeveer 3 meter van de tuin en 6 meter van de woning van verzoekster zal worden geplaatst. Verweerder heeft aangegeven dat de containers regelmatig worden geleegd en ontsmet, wat de hinder voor omwonenden zou moeten beperken.
Uiteindelijk heeft de Voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 29 oktober 2007.