ECLI:NL:RVS:2007:BB5813

Raad van State

Datum uitspraak
11 oktober 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200705328/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • P.J.J. van Buuren
  • B.S. Jansen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake wijzigingsplan verplaatsing volkstuinen Bleskensgraaf

Op 20 maart 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Graafstroom het "Wijzigingsplan verplaatsing volkstuinen Bleskensgraaf" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben verzoekers op 27 juli 2007 beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij de gronden zijn aangevuld op 20 september 2007. Tevens hebben verzoekers op 30 juli 2007 verzocht om een voorlopige voorziening. De zaak is behandeld op 25 september 2007, waarbij verzoekers vertegenwoordigd waren door mr. J. van Manen en verweerder door mr. J.M. de Haas-Rood. Ook het college van burgemeester en wethouders was vertegenwoordigd door P. Hugense en C. Stuij.

De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn uitspraak op 11 oktober 2007 geoordeeld dat het wijzigingsplan niet voorziet in een ontsluitingsweg, maar enkel in de wijziging van de bestemming van een aantal gronden van "Agrarische doeleinden" naar "Volkstuinen". De Voorzitter heeft vastgesteld dat er een vrijstelling is verleend voor de aanleg van de ontsluitingsweg, maar dat deze vrijstelling nog niet onherroepelijk is. Verzoekers hebben betoogd dat de realisatie van de volkstuinen afhankelijk is van de aanleg van deze ontsluitingsweg, maar de Voorzitter heeft geoordeeld dat de bebouwingscontour in het Streekplan geen betekenis heeft voor infrastructuur. Daarom heeft de Voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200705328/2.
Datum uitspraak: 11 oktober 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekers], allen wonend te [woonplaats]
en
het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland,
verweerder.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 20 maart 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Graafstroom "Wijzigingsplan verplaatsing volkstuinen Bleskensgraaf" vastgesteld.
Verweerder heeft bij besluit van 12 juni 2007, kenmerk DRM/ARW/07/2694A, beslist over de goedkeuring van het wijzigingsplan.
Tegen dit besluit hebben verzoekers bij brief van 27 juli 2007, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 20 september 2007.
Bij brief van 30 juli 2007, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, hebben verzoekers de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 25 september 2007, waar verzoekers, vertegenwoordigd door mr. J. van Manen, advocaat te Sliedrecht, en verweerder, vertegenwoordigd door mr. J.M. de Haas-Rood, ambtenaar in dienst van de provincie, zijn verschenen.
Voorts is het college van burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door P. Hugense en C. Stuij, ambtenaren in dienst van de gemeente, als partij gehoord.
2.    Overwegingen
2.1.    Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2.    Verzoekers stellen zich op het standpunt dat verweerder ten onrechte goedkeuring heeft verleend aan het wijzigingsplan ten behoeve van de verplaatsing van volkstuinen in Bleskensgraaf. Zij voeren aan dat de volkstuinen op de beoogde locatie niet kunnen worden gerealiseerd, nu de ontsluitingsweg voor deze volkstuinen niet kan worden aangelegd. Volgens verzoekers verzet de bebouwingscontour uit het partieel herziene Streekplan Zuid-Holland Oost (hierna: het Streekplan), na herstel van een daarin aanwezige fout, zich tegen aanleg van de ontsluitingsweg.
2.3.    De Voorzitter stelt voorop dat onderhavig wijzigingsplan niet voorziet in een ontsluitingsweg, maar uitsluitend in de wijziging van de bestemming "Agrarische doeleinden" in de bestemming "Volkstuinen" van een aantal gronden. Voor de geplande ontsluitingsweg nabij de volkstuinen is op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vrijstelling verleend van het geldende bestemmingsplan. Deze vrijstelling is nog niet onherroepelijk. Nu voorshands echter niet kan worden uitgesloten dat realisering van de bestemming "Volkstuinen" mede afhankelijk is van de aanleg van de geplande ontsluitingsweg, ziet de Voorzitter aanleiding om de mogelijkheid tot aanleg van deze weg nader te bezien.
2.3.1.    Uit de door verzoekers overgelegde correspondentie volgt dat een ambtenaar in dienst van de provincie zich op het standpunt stelt dat de bebouwingscontour in het Streekplan abusievelijk onjuist is weergegeven nabij gronden waarvan de bestemming is gewijzigd. Wanneer de bebouwingscontour juist zou zijn getekend, zou een afbuiging van de geplande ontsluitingsweg daarbuiten vallen. De Voorzitter is echter, gelet op de uitspraak van de uitspraak van de Afdeling van 21 juli 2004, no.
200301816/1, van oordeel dat de bebouwingscontour, waarmee in het Streekplan de verstedelijking wordt gestuurd, geen betekenis heeft voor infrastructuur. Infrastructuur maakt immers noodzakelijkerwijs deel uit van zowel het stedelijke als het landelijke gebied. Gelet hierop ziet de Voorzitter in het betoog van verzoekers geen aanleiding voor het oordeel dat moet worden getwijfeld aan de uitvoerbaarheid van het onderhavige wijzigingsplan.
2.4.    Gelet op het vorenstaande ziet de Voorzitter aanleiding om het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.5.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. B.S. Jansen, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Buuren     w.g. Jansen
Voorzitter     ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 11 oktober 2007
399.