ECLI:NL:RVS:2007:BB4313
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- M.A.G. Stolker
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in gedoogbeschikking voor afvalwaterzuiveringsinstallatie Harnaschpolder
Op 21 september 2007 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door een aantal verzoekers tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, dat op 23 juli 2007 een gedoogbeschikking had verleend aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 'Delfluent Services B.V.' voor tijdelijke maatregelen aan de afvalwaterzuiveringsinstallatie Harnaschpolder. De gedoogbeschikking was geldig tot 31 augustus 2007.
De verzoekers hebben op 6 augustus 2007, na het indienen van bezwaar tegen het besluit, de Voorzitter verzocht om een voorlopige voorziening. De zaak is behandeld op de zitting van 11 september 2007, waar zowel de verzoekers als de vertegenwoordigers van de verweerder en de vergunninghoudster aanwezig waren. Tijdens de zitting is de situatie rondom de gedoogbeschikking besproken, waarbij de Voorzitter heeft vastgesteld dat de gedoogbeschikking inmiddels was geëxpireerd op 31 augustus 2007.
Gelet op het feit dat de gedoogbeschikking geen werking meer had, oordeelde de Voorzitter dat er geen spoedeisend belang was voor de verzoekers bij het schorsen van het besluit. Daarom werd het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 21 september 2007.