ECLI:NL:RVS:2007:BB3110
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- P.A. Offers
- R. van der Spoel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kwalificatie van verzoek om verblijfsvergunning als asielaanvraag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante, die verzocht had om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. Appellante had in een brief van 23 maart 2004 aan de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie verzocht om deze vergunning, waarbij zij benadrukte dat zij sinds 1993 in Nederland verblijft en drie minderjarige kinderen heeft die in Nederland zijn geboren. De minister heeft echter deze brief aangemerkt als een asielaanvraag, wat appellante betwistte. In een brief van 26 oktober 2005 werd appellante verzocht om opheldering, maar zij heeft hier niet op gereageerd.
De Raad van State oordeelt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de minister de brief van appellante terecht als asielaanvraag heeft kunnen aanmerken. De Raad stelt vast dat de duidelijke bewoordingen van de brief van 23 maart 2004 niet de indruk wekten dat appellante instemde met de kwalificatie van haar verzoek als asielaanvraag. De Raad concludeert dat de grief van appellante slaagt en verklaart het hoger beroep gegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en het besluit van de minister van 16 februari 2006 wordt eveneens vernietigd. De staatssecretaris wordt veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellante, die zijn opgelopen tot € 966,00. De staatssecretaris moet een nieuw besluit nemen op de aanvraag van appellante, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak.