ECLI:NL:RVS:2007:BB2166
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.H. van Kreveld
- L.A.M. van Hamond
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verlening revisievergunning op basis van de Wet milieubeheer
In deze zaak gaat het om een beroep dat is ingesteld door een appellant tegen een besluit van de college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant, waarbij op 19 oktober 2006 een revisievergunning is verleend aan vergunninghoudster voor een inrichting op een specifiek adres. Dit besluit werd op 30 oktober 2006 ter inzage gelegd. De appellant heeft op 6 december 2006 beroep ingesteld bij de Raad van State, welke op 11 december 2006 is ontvangen. In de tussentijd heeft verweerder op 13 februari 2007 een verweerschrift ingediend. Na het vooronderzoek zijn er nadere stukken ontvangen van verweerder, die aan de andere partijen zijn toegezonden. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer, en met toestemming van partijen is een onderzoek ter zitting achterwege gebleven.
De Raad van State overweegt dat op 1 juli 2005 de Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb en de Aanpassingswet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb in werking zijn getreden. De wetswijzigingen zijn echter niet van toepassing op deze zaak, gezien het overgangsrecht. Verweerder heeft gesteld dat het beroep van de appellant niet-ontvankelijk is, omdat appellant geen bedenkingen heeft ingebracht tegen het ontwerp van het besluit. De Raad van State concludeert dat de appellant niet kan worden aangemerkt als belanghebbende, omdat hij niet heeft voldaan aan de voorwaarden die in artikel 20.6, tweede lid, van de Wet milieubeheer zijn gesteld. Hierdoor is het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De beslissing van de Raad van State is dat het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 22 augustus 2007.