ECLI:NL:RVS:2007:BB1441
Raad van State
- Hoger beroep
- M.G.J. Parkins de Vin
- H. Troostwijk
- R. van der Spoel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verblijfsvergunning en medische noodsituatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Haarlem, die op 22 december 2006 een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd had goedgekeurd. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning, maar deze was afgewezen omdat zij niet beschikte over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). De minister had in zijn besluit van 24 april 2006 het bezwaar van de vreemdeling ongegrond verklaard, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de minister niet had gehandeld in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving, met name niet met artikel 17 van de Vreemdelingenwet 2000, dat vrijstelling van het mvv-vereiste mogelijk maakt in geval van een medische noodsituatie.
De Raad van State oordeelde dat de minister ten onrechte had volstaan met een verwijzing naar beleidsregels zonder de specifieke omstandigheden van de vreemdeling in overweging te nemen. De Raad stelde vast dat de feitelijke toegankelijkheid van medische zorg in het herkomstland niet bij de beoordeling was betrokken, wat in strijd was met de wet. De Raad verklaarde het hoger beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de voorzieningenrechter en verwees de zaak terug naar de rechtbank voor een nieuwe beoordeling. Tevens werden de proceskosten vastgesteld op € 322,00, met de opdracht aan de rechtbank om te beslissen over de vergoeding van deze kosten.