ECLI:NL:RVS:2007:BB1282
Raad van State
- Hoger beroep
- J.E.M. Polak
- C.H.M. van Altena
- S.J.E. Horstink-von Meyenfeldt
- M.R. Poot
- Rechtspraak.nl
Aanwijzing gemeentelijk monument door college van burgemeester en wethouders van Oud-Beijerland
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Dordrecht, die op 23 februari 2007 het beroep ongegrond verklaarde tegen de aanwijzing van een object in Oud-Beijerland als gemeentelijk monument. Het college van burgemeester en wethouders van Oud-Beijerland had op 11 februari 2005 besloten om het object aan te wijzen als gemeentelijk monument. Appellant, die bezwaar had gemaakt tegen dit besluit, zag zijn bezwaar op 9 mei 2006 ongegrond verklaard door het college. Hierop volgde de rechtsgang naar de rechtbank, die de argumenten van appellant niet overtuigend genoeg achtte om het besluit van het college te herroepen.
In hoger beroep herhaalt appellant zijn eerdere argumenten, maar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het college zich mocht baseren op het advies van de Monumentencommissie en het aanvullende advies van de stichting "Dorp, Stad & Land". Appellant heeft geen deskundig tegenonderzoek uitgevoerd en zijn stellingen over de procedure en de staat van het pand zijn niet voldoende onderbouwd. De rechtbank heeft bovendien terecht geoordeeld dat de aanwijzing als gemeentelijk monument niet leidt tot een onaanvaardbare aantasting van de waarde van het pand of tot onverkoopbaarheid.
De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 8 augustus 2007.