ECLI:NL:RVS:2007:BA9816

Raad van State

Datum uitspraak
13 juli 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200704546/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.M. Boll
  • G.K. Klap
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake geluidhinder en privacyverlies door sportvelden in Wijchen

Op 18 juni 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wijchen een verzoek van de verzoekers om toepassing van bestuurlijke handhavingmiddelen met betrekking tot het sportpark Woezik te Wijchen afgewezen. Tegen dit besluit hebben de verzoekers bezwaar gemaakt en op 1 juli 2007, ingekomen op 3 juli 2007, hebben zij de Voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De zaak is ter zitting behandeld op 9 juli 2007, waar de verzoekers in persoon aanwezig waren en de verweerder vertegenwoordigd werd door mr. L.C.G. Hoenselaar, ambtenaar van de gemeente. Tevens was A.W. Peters-Sengers namens de sportclub Woezik als partij gehoord.

De verzoekers vrezen geluidhinder en verlies van privacy door de aanleg van sportvelden in de directe omgeving van hun woning. De Voorzitter heeft vastgesteld dat er geen aanwijzingen zijn dat de voorschriften van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer worden overtreden. De Voorzitter overweegt dat de normen uit de VNG-brochure "Bedrijven en milieuzonering" niet van toepassing zijn op het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer. Bovendien blijkt uit de stukken dat de sportvelden niet eerder dan in oktober 2007 in gebruik zullen worden genomen en dat de aanleg van het sportveld pas kan beginnen na de benodigde kapvergunning en de beslissing op bezwaar.

Gezien deze omstandigheden concludeert de Voorzitter dat de verzoekers geen spoedeisend belang hebben bij de beoordeling van het bestreden besluit. Daarom wordt het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 13 juli 2007.

Uitspraak

200704546/1.
Datum uitspraak: 13 juli 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekers], wonend te [woonplaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Wijchen,
verweerder.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 18 juni 2007 heeft verweerder een verzoek van verzoekers om toepassing van bestuurlijke handhavingmiddelen met betrekking tot het sportpark Woezik te Wijchen afgewezen.
Tegen dit besluit hebben verzoekers bezwaar gemaakt.
Bij brief van 1 juli 2007, bij de Raad van State ingekomen op 3 juli 2007, hebben verzoekers de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 juli 2007, waar verzoekers in persoon en verweerder, vertegenwoordigd door mr. L.C.G. Hoenselaar, ambtenaar van de gemeente, zijn verschenen. Tevens is namens de sportclub Woezik, A.W. Peters-Sengers als partij gehoord.
2.    Overwegingen
2.1.    Verzoekers vrezen geluidhinder en verlies van privacy te zullen ondervinden van het in gebruik nemen van de in de directe omgeving van hun woning aan te leggen sportvelden.
De Voorzitter stelt allereerst vast dat uit hetgeen verzoekers hebben aangevoerd, noch anderszins noodzakelijkerwijs voortvloeit dat voorschriften van het van toepassing zijnde Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer worden overtreden. Wat betreft het beroep van verzoekers op overtreding door vergunninghouder van normen uit de  VNG-brochure "Bedrijven en milieuzonering" overweegt de Voorzitter dat, wat er ook zijn moge van de vermeende overtreding, hetgeen in deze brochure is vermeld geen normen bevat die voor het Besluit horeca- sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer van toepassing zijn.
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat de onderhavige sportvelden niet eerder dan in oktober van dit jaar in gebruik zullen worden genomen. Tevens is ter zitting gebleken dat met de verdere aanleg van het in de nabijheid van de woning van verzoekers gelegen sportveld niet eerder zal worden begonnen dan nadat de procedure voor een hiervoor benodigde kapvergunning zal zijn doorlopen en de beslissing op bezwaar voor het onderhavige verzoek om handhaving zal zijn genomen. De Voorzitter is derhalve van oordeel dat verzoekers geen spoedeisend belang hebben bij de beoordeling van het bestreden besluit.
2.2.    Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.3.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.M. Boll, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van drs. G.K. Klap, ambtenaar van Staat.
w.g. Boll     w.g. Klap
Voorzitter     ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 13 juli 2007
315