ECLI:NL:RVS:2007:BA9467
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- H. Troostwijk
- S.J.E. Horstink von Meyenfeldt
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning
In deze zaak heeft de Raad van State op 2 juli 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats 's-Hertogenbosch, die op 18 december 2006 een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had afgewezen. De appellant, die in deze procedure opkwam tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, stelde dat de rechtbank ten onrechte zijn verzoek om heropening van het onderzoek had afgewezen. Hij voerde aan dat er nieuwe stukken waren overgelegd die relevant waren voor zijn zaak, en dat de rechtbank deze niet had meegewogen in haar beslissing.
De Raad van State overwoog dat de rechtbank op basis van artikel 8:68, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht de bevoegdheid heeft om een onderzoek te heropenen indien zij van oordeel is dat het onderzoek niet volledig is geweest. Deze bevoegdheid is discretionair, maar de Raad oordeelde dat de rechtbank in dit geval niet zonder nadere motivering het verzoek om heropening had mogen afwijzen. De aard en inhoud van de overgelegde stukken waren zodanig dat de rechtbank deze had moeten meewegen in haar beslissing.
Daarom verklaarde de Raad van State het hoger beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verwees de zaak terug naar de rechtbank voor verdere behandeling. Tevens werd de beslissing over de proceskosten gereserveerd voor de einduitspraak van de rechtbank. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en ondertekend door de voorzitter en de leden van de Afdeling bestuursrechtspraak.