ECLI:NL:RVS:2007:BA7584
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- M.J. van der Zijpp
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake financiële zekerheid voor overbrenging van afvalstoffen
In deze zaak heeft de Raad van State op 14 juni 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, vertegenwoordigd door mr. ing. J.J. Patelski en ing. J.T.M. van de Kerkhoff, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Dit besluit, genomen op 15 december 2006, betrof de verlaging van de te stellen financiële zekerheid op grond van de Regeling EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen. De Minister had de financiële zekerheid vastgesteld op € 45,00 per ton over te brengen afvalstoffen.
Verzoekster heeft op 27 april 2007 een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend, omdat zij van mening was dat de hoogte van de financiële zekerheid en de daaruit voortvloeiende rentelasten haar overbrengingen van afvalstoffen naar België verliesgevend zouden maken. Tijdens de zitting op 7 juni 2007 is naar voren gekomen dat verzoekster als gevolg van de vastgestelde financiële zekerheid een extra bedrag van ongeveer € 6.000,00 moet aanhouden, met jaarlijkse rentelasten van € 330,00. De Voorzitter heeft overwogen dat er geen sprake is van een niet te herstellen financieel nadeel voor verzoekster, waardoor er geen spoedeisend belang is dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt.
De Voorzitter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 14 juni 2007.