ECLI:NL:RVS:2007:BA7109
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- M.G.J. Parkins de Vin
- R. van der Spoel
- Rechtspraak.nl
Gedragslijn voor bewaring bij vast te stellen pardonregeling en verblijf buiten Nederland
In deze zaak gaat het om de appellant die in vreemdelingenbewaring is gesteld op 9 april 2007. De staatssecretaris van Justitie had op dat moment een vaste gedragslijn ingesteld met betrekking tot vreemdelingen die in aanmerking komen voor de aangekondigde pardonregeling. De appellant, die eerder was veroordeeld voor twee misdrijven, betoogde dat zijn inbewaringstelling onterecht was, omdat hij onder de pardonregeling zou kunnen vallen. De rechtbank in 's Gravenhage verklaarde het beroep van de appellant ongegrond op 25 april 2007, en de appellant ging in hoger beroep bij de Raad van State. Tijdens de zitting op 30 mei 2007 werd duidelijk dat de staatssecretaris niet had onderkend dat er op dat moment nog geen vastgestelde pardonregeling was, en dat de gedragslijn niet was gewijzigd. De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt dat de staatssecretaris bij de beoordeling van inbewaringstelling moet vasthouden aan de geldende gedragslijn, en dat de appellant niet kan stellen dat hij in aanmerking komt voor de pardonregeling zonder dat deze is vastgesteld. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin op 6 juni 2007.