ECLI:NL:RVS:2007:BA5594
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- D. Roemers
- H. Vonk
- H.H.C. Visser
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake overdracht aan Griekenland op basis van de Verordening (EG) Nr. 343/2003
In deze zaak heeft de Raad van State op 15 mei 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep van de Staatssecretaris van Justitie. Het verzoek was gericht op het opschorten van de termijn voor de overdracht van een vreemdeling aan Griekenland, zoals bepaald in artikel 19 van de Verordening (EG) Nr. 343/2003. De Staatssecretaris had eerder een aanvraag van de vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel afgewezen, wat door de rechtbank was vernietigd. De rechtbank had bepaald dat de Staatssecretaris opnieuw op de aanvraag moest beslissen. De vreemdeling had op 20 april 2007 gereageerd op deze uitspraak, en de Staatssecretaris verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De Raad van State oordeelde dat er sprake was van onverwijlde spoed, aangezien de termijn voor de overdracht op 29 mei 2007 eindigde. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak besloot dat de hoger-beroepsprocedure opschortende werking zou hebben, zodat de termijn voor de overdracht werd opgeschort. Dit was noodzakelijk om te voorkomen dat het hoger beroep zinledig zou worden, mocht de voorziening niet worden getroffen. De beslissing werd genomen met het oog op de bespoediging van de bodemprocedure en de noodzaak om de rechten van de vreemdeling te waarborgen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde datum.