ECLI:NL:RVS:2007:BA5573
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- D. Roemers
- E.J.J.M. van Tielraden
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Griekenland
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 4 mei 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep van de Staatssecretaris van Justitie. Het verzoek was ingediend naar aanleiding van een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats Zwolle, die op 29 maart 2007 had geoordeeld dat de aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de Staatssecretaris ten onrechte was afgewezen. De rechtbank had de Staatssecretaris opgedragen om opnieuw op de aanvraag te beslissen, met inachtneming van de overwegingen in haar uitspraak.
De Voorzitter oordeelde dat er sprake was van onverwijlde spoed, zoals bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat de termijn voor de overdracht van de vreemdeling aan Griekenland uiterlijk op 7 mei 2007 eindigde. Indien er geen voorlopige voorziening zou worden getroffen, zou het hoger beroep van de Staatssecretaris zinledig worden, aangezien de overdracht dan niet meer zou kunnen plaatsvinden. De Voorzitter besloot daarom het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe te wijzen, waarbij de behandeling van de bodemprocedure zou worden bespoedigd en de termijn voor de overdracht aan Griekenland zou worden opgeschort.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de belangen van de betrokken partijen in asielprocedures, vooral in situaties waarin tijdsdruk een cruciale rol speelt. De beslissing van de Voorzitter biedt de Staatssecretaris de mogelijkheid om zijn hoger beroep af te wachten zonder dat de vreemdeling onmiddellijk aan Griekenland hoeft te worden overgedragen, wat kan bijdragen aan een rechtvaardige behandeling van de asielaanvraag.