ECLI:NL:RVS:2007:BA5210

Raad van State

Datum uitspraak
16 mei 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200606194/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tijdelijke vrijstelling voor vestiging van Holland Casino in Venlo

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Roermond, waarin het beroep van appellante tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Venlo ongegrond werd verklaard. Het college had op 16 augustus 2005 een tijdelijke vrijstelling verleend aan Holland Casino voor de realisatie van een vestiging op het perceel aan de Magalhaesweg 4 te Venlo, inclusief een tijdelijk parkeerterrein. Appellante betwistte de tijdelijkheid van deze vestiging en stelde dat de rechtbank had miskend dat de vereiste tijdelijkheid onvoldoende was gewaarborgd. De Raad van State oordeelde dat de door het college aangedragen gegevens niet voldoende concreet en objectief waren om het tijdelijke karakter van de vestiging aan te nemen. De Afdeling bestuursrechtspraak vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond. Het college werd veroordeeld tot vergoeding van proceskosten en griffierecht aan appellante. De uitspraak benadrukt de noodzaak van concrete gegevens om tijdelijke vrijstellingen te rechtvaardigen, vooral in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Uitspraak

200606194/1.
Datum uitspraak: 16 mei 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], gevestigd te [plaats],
tegen de uitspraak in zaak no. 06/365 van de rechtbank Roermond van 26 juli 2006 in het geding tussen:
appellante
en
het college van burgemeester en wethouders van Venlo.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 16 augustus 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders van Venlo (hierna: het college) aan de stichting "Nationale Stichting tot Exploitatie van Casinospelen in Nederland", handelend onder de naam "Holland Casino" (hierna: Holland Casino), een tijdelijke vrijstelling verleend voor de realisering van een vestiging van Holland Casino op het perceel, plaatselijk bekend Magalhaesweg 4 te Venlo, met inbegrip van het daartoe nog te realiseren tijdelijke parkeerterrein met bijbehorende voorzieningen, zoals verlichting, bewakingscamera's, hekwerken ter afsluiting van het parkeerterrein en een unit in een strook gelegen tussen de A67/Eindhovenseweg en de Van Heemskerckweg/Magalhaesweg in Venlo (hierna: de strook).
Bij besluit van 1 september 2005 heeft het college aan Holland Casino een tijdelijke bouwvergunning verleend voor het veranderen van een bedrijfsgebouw tot casino op het perceel, plaatselijk bekend Magalhaesweg 4 te Venlo.
Bij besluit van 10 januari 2006 heeft het college het door appellante tegen voormelde besluiten gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 26 juli 2006, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Roermond (hierna: de rechtbank) het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellante bij brief van 17 augustus 2006, bij de Raad van State ingekomen op 22 augustus 2006, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
Bij brief van 3 oktober 2006 heeft het college van antwoord gediend.
Bij brief van 29 november 2006 heeft Holland Casino, die in de gelegenheid is gesteld als partij aan het geding deel te nemen, een reactie ingediend.
Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van appellante. Deze zijn aan de andere partijen toegezonden.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 24 april 2007, waar appellante, vertegenwoordigd door mr. M.J.A.M. Muijres, advocaat te Venlo, en het college, vertegenwoordigd door J.M.G. Vincken, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen. Voorts is Holland Casino, als belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. M.C. de Smidt, advocaat te Den Haag, daar gehoord.
2.    Overwegingen
2.1.    Ingevolge artikel 17, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO), voor zover thans van belang, kunnen burgemeester en wethouders met het oog op een voor een bepaalde termijn voorgenomen afwijking van een bestemmingsplan voor die termijn vrijstelling verlenen van dat plan. De termijn kan, ook na mogelijke verlenging, ten hoogste vijf jaren belopen.
Ingevolge artikel 19 van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 wordt vrijstelling, als bedoeld in artikel 17 van de wet slechts verleend, indien aannemelijk is dat het beoogde bouwwerk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheid, dan wel gebruik niet langer dan vijf jaren in stand zal blijven respectievelijk voortduren.
2.2.    Appellante betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat de vereiste tijdelijkheid van de vestiging van Holland Casino aan de Magalhaesweg 4 te Venlo onvoldoende is gewaarborgd.
2.2.1.    Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, bijvoorbeeld in de uitspraak van 20 juli 2005 in zaak no.
200407942/1, biedt de omstandigheid dat de verleende vrijstelling voor maximaal vijf jaar is verleend, op zichzelf onvoldoende waarborg dat slechts sprake is van een tijdelijke situatie. Teneinde het tijdelijke karakter te mogen aannemen, dienen daartoe concrete, objectieve gegevens voorhanden te zijn. Bij het ontbreken daarvan is toepassing van artikel 17 WRO niet mogelijk.
2.2.2.    Het betoog slaagt. Ter onderbouwing van de stelling dat de tijdelijkheid van de vestiging voldoende is gewaarborgd, heeft het college gewezen op de tussen Holland Casino en de gemeente voor de duur van de vrijstelling gesloten huurovereenkomst voor het parkeerterrein, welke - naar gesteld - niet kan worden verlengd, de met betrekking tot het pand gesloten huurovereenkomst, alsook op de tussen Holland Casino en de gemeente gesloten intentieovereenkomst. Verder is gewezen op het wijkontwikkelingsplan voor de wijk Q4. De tussen Holland Casino en de gemeente Venlo (hierna: de gemeente) gesloten huurovereenkomst voor het parkeerterrein voor de duur van de verleende vrijstelling biedt evenwel onvoldoende zekerheid dat de vestiging van Holland Casino aan de Magalhaesweg met inbegrip van het gebruik van de strook ten behoeve van een parkeerterrein binnen de wettelijke termijn van maximaal vijf jaren zal worden beëindigd. De omstandigheid dat in artikel 2.3. van die overeenkomst is bepaald dat deze huurovereenkomst in elk geval zal eindigen op de datum waarop de tijdelijke vrijstelling voor de vestiging van Holland Casino aan de Magalhaesweg eindigt, te weten 1 september 2010, kan hieraan niet afdoen, aangezien tussen partijen desgewenst een nieuwe huurovereenkomst kan worden gesloten. Voorts wordt in aanmerking genomen dat de tussen Holland Casino en Sanclaud B.V. gesloten huurovereenkomst met betrekking tot het pand aan de Magalhaesweg, blijkens de bepalingen van die overeenkomst na 31 augustus 2008 telkens met een jaar kan worden verlengd, terwijl aan die verlenging geen beperking is verbonden. De tussen Holland Casino en de gemeente gesloten intentieovereenkomst voor een toekomstige vestiging van Holland Casino op of aan het Nolensplein in de wijk Q4 in Venlo biedt evenmin voldoende zekerheid, aangezien deze overeenkomst enkel een inspanningsverplichting behelst om te onderzoeken op welke wijze en onder welke voorwaarden vestiging van Holland Casino op of aan het Nolensplein mogelijk en haalbaar is. Uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat ook thans nog niet zeker is of een vestiging van Holland Casino op of aan het Nolensplein realiseerbaar is. Vast staat dat nog geen bestemmingsplanprocedure is opgestart om de vestiging van Holland Casino op deze locatie mogelijk te maken. Evenmin is een verzoek om vrijstelling en/of een aanvraag om bouwvergunning voor die locatie ingediend. Dat de gemeenteraad van Venlo een wijkontwikkelingsplan voor de wijk Q4 heeft vastgesteld dat als basis voor een op te stellen bestemmingsplan zou moeten dienen, leidt niet tot een ander oordeel. In dit wijkontwikkelingsplan is met een mogelijke vestiging van Holland Casino in de wijk Q4 geen rekening gehouden, nu ten tijde van de vaststelling daarvan de definitieve vestiging van Holland Casino immers aan de Maasboulevard was voorzien. Gelet hierop zijn de door het college aangedragen gegevens op zichzelf en in samenhang bezien, anders dan de rechtbank heeft overwogen, onvoldoende concreet en objectief om het tijdelijke karakter van de vestiging van Holland Casino aan de Magalhaesweg 4 te Venlo te kunnen aannemen.
Gelet op het vorenstaande heeft het college ten onrechte aan Holland Casino met toepassing van artikel 17 van de WRO vrijstelling en bouwvergunning verleend. De rechtbank heeft dit niet onderkend.
2.3.    Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond verklaren en het besluit op bezwaar van 10 januari 2006 vernietigen. Gelet hierop komt de Afdeling niet toe aan een bespreking van de beroepsgronden met betrekking tot de vraag of het parkeerterrein ten behoeve van Holland Casino op een voor appellante minder bezwaarlijke wijze had dienen te worden gerealiseerd.
2.4.    Het college dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
3.    Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I.    verklaart het hoger beroep gegrond;
II.    vernietigt de uitspraak van de rechtbank Roermond van 26 juli 2006 in zaak no. 06/365;
III.    verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond;
IV.    vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Venlo van 10 januari 2006, kenmerk COBMJ/05-23463;
V.    veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Venlo tot vergoeding van bij appellante in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1288,00 (zegge: twaalfhonderdachtentachtig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de gemeente Venlo aan appellante onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald;
VI.    gelast dat de gemeente Venlo aan appellante het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 703,00 (zegge: zevenhonderddrie euro) voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, Voorzitter, en mr. S.F.M. Wortmann en mr. S.J.E. Horstink-von Meyenfeldt, Leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, ambtenaar van Staat.
w.g. Slump          w.g. Hanrath
Voorzitter          ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 mei 2007
392