ECLI:NL:RVS:2007:BA4701
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.E.M. Polak
- J.A.A. van Roessel
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake handhaving bouwvoorschriften door college van burgemeester en wethouders van De Ronde Venen
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 4 mei 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. Het betreft een geschil tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van De Ronde Venen. Het college had op 26 juni 2006 een besluit genomen waarbij de verzoeker werd gelast om vóór 1 oktober 2006 een deur grenzend aan een dakkapel te verwijderen en de dakkapel terug te brengen tot de toegestane afmetingen. Dit besluit werd door het college op 20 september 2006 gehandhaafd, ondanks het bezwaar van de verzoeker.
De verzoeker had eerder beroep ingesteld tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht, die op 4 december 2006 het beroep ongegrond had verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de verzoeker hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter heeft op 25 april 2007 de zaak behandeld, waarbij de verzoeker aanwezig was, maar het college niet. De Voorzitter overwoog dat de behandeling van de bodemprocedure naar verwachting later dat jaar zou plaatsvinden en dat de verzoeker, gezien zijn gezondheidssituatie, belang had bij het handhaven van de huidige situatie.
De Voorzitter concludeerde dat de handhaving van de regelgeving betreffende bouwwerken een lage prioriteit had en dat de uitvoering van de last niet spoedeisend was. Daarom werd besloten om de voorlopige voorziening te treffen, waarbij het besluit van het college werd geschorst totdat de Afdeling in het bodemgeschil uitspraak zou doen. Tevens werd het college veroordeeld tot vergoeding van proceskosten en het griffierecht aan de verzoeker.