200608723/1.
Datum uitspraak: 2 mei 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak in zaak no. AWB 05/5455 van de rechtbank Amsterdam van 11 oktober 2006 in het geding tussen:
de stadsdeelraad van het stadsdeel Oud-West van de gemeente Amsterdam.
Op 8 februari 2005 heeft de stadsdeelraad van het stadsdeel Oud-West van de gemeente Amsterdam (hierna: de stadsdeelraad) ingestemd met het voorstel tot intrekking van de deeluitwerking Bilderdijkstraat/1e Constantijn Huygensstraat (hierna: de deeluitwerking), voor zover deze betrekking heeft op het wegvak Hugo de Grootkade - Jacob van Lennepkade, en vaststelling van variant 5 voor dit wegvak.
Bij besluit van 8 november 2005 heeft de stadsdeelraad het door appellant en anderen daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 11 oktober 2006, verzonden op 16 oktober 2006, heeft de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 27 november 2006, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
Bij brief van 1 februari 2007 heeft de stadsdeelraad van antwoord gediend.
Bij brieven, bij de Raad van State ingekomen op 6 april 2007 en 10 april 2007, heeft appellant nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 19 april 2007, waar appellant in persoon en de stadsdeelraad, vertegenwoordigd door drs. J. Niesten, en bijgestaan door mr. N. Smit en W. Fontein, werkzaam bij het stadsdeel Oud-West van de gemeente Amsterdam, zijn verschenen.
2.1. Ingevolge artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt onder besluit verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
2.2. De deeluitwerking, zoals eerder door de stadsdeelraad vastgesteld op 10 februari 2004, kan niet worden geacht te zijn gericht op (extern) rechtsgevolg in voormelde zin aangezien met deze beslissing niet meer wordt beoogd dan vaststelling van het ontwerp van de feitelijke herinrichting van de Bilderdijkstraat/1e Constantijn Huygensstraat. Eerst wanneer dit project vervolgens in de uitvoeringsfase komt, volgt besluitvorming over een te verlenen kapvergunning en worden, zo nodig, andere uitvoeringsbeslissingen genomen. De deeluitwerking behelst niet (mede) een kapvergunning of een daarmee op een lijn te stellen beslissing. Gelet op het vorenstaande is de deeluitwerking, in de stukken ook wel geduid als het profielbesluit, geen besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. De intrekking van een gedeelte hiervan, waarmee de stadsdeelraad op 8 februari 2005 heeft ingestemd, is dit derhalve evenmin. Niet valt in te zien dat de vaststelling van de zogenoemde variant 5, waardoor de deeluitwerking in zoverre is gewijzigd, wel gericht zou zijn op rechtsgevolg nu hierbij niet meer of anders is beoogd dan bij de vaststelling van de deeluitwerking op 10 februari 2004. De rechtbank heeft derhalve met juistheid geoordeeld dat de stadsdeelraad het hiertegen gemaakte bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
2.3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Scheerhout, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Altena w.g. Scheerhout
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 2 mei 2007