ECLI:NL:RVS:2007:BA4150
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- C.W. Mouton
- H. Borstlap
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot intrekking instemming saneringsplan bodemverontreiniging
In deze zaak heeft de Raad van State op 2 mei 2007 uitspraak gedaan over het beroep van een appellant tegen een besluit van de gedeputeerde staten van Zuid-Holland. Het betreft een verzoek van de appellant om het besluit van 24 juli 2003, dat instemming verleent met een saneringsplan voor ernstige bodemverontreiniging ter plaatse van de Delftsewallen te Zoetermeer, in te trekken. De gedeputeerde staten hebben dit verzoek op 14 augustus 2006 afgewezen. De appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar de Raad van State heeft geoordeeld dat de beroepsgronden van de appellant niet opgaan.
De Raad overweegt dat de Wet bodembescherming geen algemene bevoegdheid biedt om een onherroepelijk besluit tot instemming met een saneringsplan in te trekken. Gewijzigde feiten en omstandigheden kunnen aanleiding geven tot het indienen van een nieuw saneringsplan, maar niet tot intrekking van de instemming met het oorspronkelijke plan. De Raad concludeert dat de gedeputeerde staten terecht hebben geweigerd het bestreden besluit in te trekken, omdat er geen wettelijke basis voor is.
De uitspraak van de Raad van State houdt in dat het beroep van de appellant ongegrond is verklaard. Er zijn geen gronden gevonden die aanleiding geven tot een proceskostenveroordeling. De beslissing is genomen in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 2 mei 2007.