ECLI:NL:RVS:2007:BA2654
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Oosting
- A. Douwes
- Rechtspraak.nl
Toewijzing revisievergunning voor paardenhouderij met betrekking tot geluidshinder en zienswijzen
In deze zaak heeft de Raad van State op 11 april 2007 uitspraak gedaan over een beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Pijnacker-Nootdorp. Dit besluit, genomen op 20 juni 2006, verleende een revisievergunning voor een inrichting voor het houden, fokken en verhandelen van paarden. De vergunninghouder mocht 50 volwassen paarden en pony's en 9 paarden en pony's in opfok houden op een specifiek perceel. Het besluit werd op 7 september 2006 ter inzage gelegd, waarna appellanten op 10 oktober 2006 beroep instelden bij de Raad van State.
Tijdens de zitting op 23 maart 2007 zijn de appellanten, vertegenwoordigd door hun gemachtigde, en de verweerder, vertegenwoordigd door ambtenaren van de gemeente, verschenen. Ook de vergunninghouder was aanwezig, bijgestaan door een advocaat. De appellanten voerden aan dat de gemeente niet adequaat had gereageerd op hun zienswijzen en dat er onaanvaardbare geluidshinder zou optreden door verkeersbewegingen van en naar de inrichting. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft echter geoordeeld dat de gemeente in het bestreden besluit voldoende rekening had gehouden met de ingediende zienswijzen.
Wat betreft de geluidshinder heeft de Afdeling vastgesteld dat de gemeente de circulaire van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer als uitgangspunt heeft genomen. De geluidbelasting zou niet meer dan 50 dB(A) bedragen, wat binnen de voorkeursgrenswaarde valt. De appellanten konden niet aantonen dat deze waarde niet zou worden gehaald. De Afdeling concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, waarbij de Raad van State recht deed in naam der Koningin.