ECLI:NL:RVS:2007:BA2640
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.M. Boll
- W. van Hardeveld
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in het bestuursrecht inzake vergunning voor opfokgeitenhouderij
Op 2 januari 2007 verleende het college van burgemeester en wethouders van Ede een vergunning aan [vergunninghouder] voor het oprichten en in werking hebben van een opfokgeitenhouderij op het perceel [locatie 1] te [plaats]. Dit besluit werd op 11 januari 2007 ter inzage gelegd. Verzoeker, wonend te [woonplaats], heeft op 19 februari 2007 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 29 maart 2007 ter zitting behandeld, waar verzoeker en zijn gemachtigde, alsook de vertegenwoordiger van verweerder, G.H. Landeweerd, aanwezig waren.
De Voorzitter oordeelde dat het verzoeker niet is toegestaan om een vergunning te verkrijgen voor een deel van het perceel waar al een Hinderwetvergunning voor een veehouderij van kracht is. Dit zou leiden tot een situatie waarin verschillende vergunningen met onderling afwijkende voorschriften tegelijkertijd hetzelfde onderwerp regelen, wat niet verenigbaar is met de Wet milieubeheer. De Voorzitter heeft daarom besloten om de vergunning van 2 januari 2007 te schorsen en de gemeente Ede te gelasten het griffierecht van € 141,00 aan verzoeker te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door de Voorzitter, J.M. Boll, in tegenwoordigheid van ambtenaar van Staat W. van Hardeveld, en is openbaar uitgesproken op 4 april 2007. De beslissing heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.