ECLI:NL:RVS:2007:BA2170
Raad van State
- Hoger beroep
- T.M.A. Claessens
- A.W.M. Bijloos
- C.J.M. Schuyt
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de sluiting van het onderzoek door de rechtbank zonder toestemming van de appellant
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Arnhem, waarin de rechtbank het beroep van de appellant ongegrond verklaarde. De appellant had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel ingediend, die door de Staatssecretaris van Justitie was afgewezen. De rechtbank had in een eerdere uitspraak het besluit van de Staatssecretaris vernietigd, maar de minister had de aanvraag opnieuw afgewezen. De appellant stelde hoger beroep in tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat hij van mening was dat de rechtbank het onderzoek had gesloten zonder zijn toestemming.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat de rechtbank in strijd had gehandeld met artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) door het onderzoek ter zitting achterwege te laten zonder dat de appellant zijn toestemming had gegeven. De Afdeling stelde vast dat de appellant zijn toestemming op 2 juni 2006 had ingetrokken, maar de rechtbank had desondanks overwogen dat het onderzoek zonder nadere zitting kon worden gesloten. Dit was in strijd met de wet, aangezien de rechtbank de nadere stukken die de appellant had ingediend niet had betrokken in de beoordeling van het beroep.
De Afdeling verklaarde het hoger beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de rechtbank en wees de zaak terug naar de rechtbank voor verdere behandeling. Tevens werden de proceskosten in hoger beroep vastgesteld op € 322,00, met de bepaling dat de rechtbank beslist over de vergoeding van deze kosten. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 23 maart 2007.