ECLI:NL:RVS:2007:BA1664
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.E.M. Polak
- J. Willems
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake vrijstelling voor realisering van de westelijke rijbaan van de Rijksweg 73-Zuid
Op 28 maart 2006 verleende het college van burgemeester en wethouders van Venlo vrijstelling aan de Minister van Verkeer en Waterstaat voor de realisering van de westelijke rijbaan van de Rijksweg 73-Zuid, inclusief bijbehorende voorzieningen zoals viaducten. Dit besluit werd op 28 november 2006 gehandhaafd, maar de rechtbank Roermond verklaarde de daartegen ingestelde beroepen op 20 december 2006 ongegrond. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E.F.J.A.M. de Wit, stelde hoger beroep in en vroeg om een voorlopige voorziening. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State behandelde het verzoek op 14 maart 2007, waarbij ook het college en de Minister aanwezig waren, vertegenwoordigd door hun advocaten.
De Voorzitter oordeelde dat het college voldoende had aangetoond dat voldaan werd aan de relevante luchtkwaliteitsnormen, gebaseerd op een rapport van TNO. Verzoeker had geen tegenbewijs geleverd dat de conclusies van TNO onjuist waren. De Voorzitter concludeerde dat er geen reden was om aan te nemen dat de eerdere uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. Bovendien werd het belang van verzoeker bij schorsing van de besluiten als ondergeschikt beschouwd aan de dringende belangen van de realisering van wegvak C2.
Uiteindelijk wees de Voorzitter het verzoek om voorlopige voorziening af, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 22 maart 2007.