ECLI:NL:RVS:2007:BA0680
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- T.M.A. Claessens
- D. Roemers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verblijfsvergunning en mvv-vereiste in verband met gezondheidstoestand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats 's-Hertogenbosch, waarin de rechtbank het beroep van de vreemdeling gegrond verklaarde. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, welke door de minister was afgewezen op basis van het ontbreken van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). De minister stelde dat de identiteit en nationaliteit van de vreemdeling onvoldoende vaststonden, en dat de vreemdeling niet in aanmerking kwam voor vrijstelling van het mvv-vereiste vanwege zijn gezondheidstoestand. De rechtbank oordeelde echter dat de minister zich niet in redelijkheid op dit standpunt had kunnen stellen, vooral gezien het advies van het Bureau Medische Advisering (BMA) dat de vreemdeling kon reizen, ondanks de mogelijkheid van een recidief van zijn leukemie. De rechtbank oordeelde dat de minister de vreemdeling had moeten horen, wat de minister niet had gedaan. De Raad van State oordeelde dat de grief van de minister slaagde, en dat de rechtbank had miskend dat de recidive van de leukemie een onzekere toekomstige gebeurtenis was. De Raad van State vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de vreemdeling ongegrond.