In deze zaak hebben de stichtingen "Stichting Natuur- en Milieuraad Hengelo (O) en omgeving" en "Stichting Ruimtelijke Ordening en Milieu", samen met appellant A, beroep ingesteld tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Overijssel. Dit besluit, genomen op 20 december 2005, weigerde de toepassing van bestuurlijke handhavingmiddelen met betrekking tot een tankstation dat ook vuurwerk verkoopt. De appellanten waren van mening dat er sprake was van overtredingen van het Vuurwerkbesluit en de milieuvergunning, en vroegen om handhaving. Het college verklaarde het bezwaar van appellanten ongegrond, wat leidde tot het beroep bij de Raad van State.
De Raad van State heeft de zaak op 20 februari 2007 behandeld. Tijdens de zitting zijn de appellanten vertegenwoordigd door ing. M.H. Middelkamp, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door mr. I. Weis, H.J. Brok en mr. M.N.L. Klappe. De vergunninghouder was ook aanwezig, bijgestaan door ing. L. Harpe.
De Raad overwoog dat de appellanten, en met name appellant A, geen belanghebbende zijn in deze zaak, omdat hij op een afstand van ongeveer twee kilometer van de inrichting woont. De Raad concludeerde dat het niet aannemelijk is dat appellant A op deze afstand milieugevolgen kan ondervinden van de activiteiten van het tankstation. Verder werd vastgesteld dat er geen bewijs was van een (dreigende) overtreding van het Vuurwerkbesluit of de milieuvergunning. De Raad oordeelde dat de afwijzing van het verzoek om handhaving terecht was en verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.