ECLI:NL:RVS:2007:BA0633
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.M. Boll
- J. Fransen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake handhaving afvalberging Derde Merwedehaven B.V.
In deze zaak heeft de Raad van State op 9 maart 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, de stichting 'Stichting Werkgroep Derde Merwedehaven', had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, dat op 7 februari 2007 het verzoek om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen met betrekking tot de Afvalberging Derde Merwedehaven B.V. op het perceel Baanhoekweg 92a te Dordrecht had afgewezen. Verzoekster stelde dat verweerder ten onrechte niet handhavend optreedt tegen het storten van gevaarlijk afval binnen de inrichting, en dat de verleende milieuvergunning niet op deze activiteiten ziet.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek ter zitting behandeld op 5 maart 2007, waar verzoekster werd vertegenwoordigd door drs. ing. J.G. Vollenbroek en L. van Andel, en verweerder door mr. S. Bartel en M.W.J. Verstappen. Ook de vergunninghoudster was aanwezig, vertegenwoordigd door mr. E.T. Sillevis Smitt, D. van Rijn en A.J. Kaijser.
De Voorzitter overwoog dat de besluiten van 2 juni 2005 en 21 april 2006, die goedkeuring verleenden aan het stortreglement en het stortplan, formele rechtskracht hebben verkregen omdat daartegen geen rechtsmiddelen zijn aangewend. De acceptatie van de afvalstoffen was in overeenstemming met de vergunning en de bijbehorende reglementen. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 9 maart 2007, waarbij de Voorzitter, mr. J.M. Boll, en ambtenaar van Staat, mr. J. Fransen, aanwezig waren.