Uitspraak
200509754/1heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het hiertegen ingestelde beroep gegrond verklaard.
Raad van State
In deze zaak hebben verzoekers, omwonenden van de Crayenesterbasisschool te Heemstede, een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Heemstede. Dit besluit, genomen op 18 maart 2005, weigerde de toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen met betrekking tot geluidshinder van spelende kinderen op het kleuterspeelterrein van de school. Verzoekers stelden dat zij onacceptabele geluidhinder ondervinden en dat de gemeente ten onrechte geen handhavende maatregelen heeft getroffen, ondanks eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 23 januari 2007 behandeld, waarbij verzoekers werden bijgestaan door mr. A. Diepeveen en verweerder door mr. A.E. Hopman. De Crayenesterbasisschool was vertegenwoordigd door R.J. Petersen.
De Voorzitter heeft vastgesteld dat de Milieudienst IJmond op 10 februari 2006 onderzoek heeft gedaan naar het omgevingsgeluid van het kleuterspeelterrein. Verweerder heeft op basis van dit onderzoek geconcludeerd dat er geen reden is om de afwijzing van het verzoek om handhaving te herzien. De Voorzitter oordeelde dat het bestreden besluit van verweerder niet voldoende was om een voorlopige voorziening te treffen, omdat het oordeel van de Voorzitter een voorlopig karakter heeft en niet bindend is in de bodemprocedure. De Voorzitter concludeerde dat er geen overtreding van de geluidvoorschriften was vastgesteld en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Uiteindelijk werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.