ECLI:NL:RVS:2007:AZ6419
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- P.A. Offers
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- M.M. van Driel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit tot stillegging van de bouw van een berging door het college van burgemeester en wethouders van Borsele
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Borsele, waarbij appellante werd gelast de bouw van een berging op haar perceel onmiddellijk stil te leggen. Dit besluit werd genomen op 24 oktober 2001. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college verklaarde dit bezwaar op 7 januari 2005 niet-ontvankelijk. De rechtbank Middelburg heeft op 13 maart 2006 het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarop appellante hoger beroep heeft ingesteld bij de Raad van State. Tijdens de zitting op 7 december 2006 werd appellante vertegenwoordigd door haar vennoten, terwijl het college werd vertegenwoordigd door ambtenaren van de gemeente.
De Raad van State heeft vastgesteld dat appellante, ondanks het bevel tot stillegging, de bouw van de berging heeft voltooid. Hierdoor had appellante geen procesbelang meer bij de beoordeling van het stilleggingsbesluit, aangezien zij niet had aangetoond schade te hebben geleden door het besluit. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk had verklaard. De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 17 januari 2007. De betrokken rechters waren H. Troostwijk als voorzitter, en P.A. Offers en J.A.W. Scholten-Hinloopen als leden, met M.M. van Driel als ambtenaar van Staat.