ECLI:NL:RVS:2007:AZ6415
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- P.A. Offers
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar door college van burgemeester en wethouders van Borsele
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Middelburg, die op 13 maart 2006 het beroep ongegrond verklaarde. Appellante had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Borsele, dat op 7 januari 2005 het bezwaar niet-ontvankelijk verklaarde. Dit bezwaar was ingediend naar aanleiding van een brief van het college van 30 september 2004, waarin werd medegedeeld dat de brief van appellante van 4 december 2000 niet als beroepschrift zou worden doorgestuurd naar de rechtbank. De rechtbank oordeelde dat de brief van het college niet gericht was op rechtsgevolg en derhalve geen besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Appellante stelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de brief niet vatbaar was voor bezwaar en beroep.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 7 december 2006 ter zitting behandeld. Appellante werd vertegenwoordigd door vennoten A en B, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. A.I. Elling en ing. J.A.M. Koolen. De Afdeling oordeelde dat de rechtbank terecht had overwogen dat de brief van het college geen besluit was en dat het college het bezwaar van appellante terecht niet-ontvankelijk had verklaard. De Afdeling bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 17 januari 2007.