ECLI:NL:RVS:2006:AZ4448
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- B. van Wagtendonk
- R. van der Spoel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel en openbare orde
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Haarlem, die het beroep van de vreemdeling gegrond had verklaard. De vreemdeling had verzocht om terug te komen van een eerder besluit van 18 december 2002, waarin hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd was geweigerd op grond van het feit dat hij een gevaar voor de openbare orde zou vormen. Dit gevaar was gebaseerd op een transactie ter voorkoming van strafvervolging die de vreemdeling had aanvaard.
De Raad van State oordeelt dat de mededeling van de gemachtigde ter zitting dat het standpunt van gevaar voor de openbare orde niet wordt gehandhaafd, niet automatisch betekent dat de vreemdeling niet meer als een gevaar wordt aangemerkt. De Raad stelt vast dat, volgens de Vreemdelingenwet 2000, ook een transactie ter voorkoming van strafvervolging kan leiden tot de conclusie dat iemand een gevaar voor de openbare orde vormt. De Raad concludeert dat het hoger beroep kennelijk gegrond is en vernietigt de uitspraak van de voorzieningenrechter. De aangevoerde grieven behoeven geen verdere bespreking, en het beroep van de vreemdeling wordt ongegrond verklaard.
De uitspraak is gedaan door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarbij de rechters R.W.L. Loeb, B. van Wagtendonk en R. van der Spoel betrokken waren. De uitspraak is openbaar gedaan op 24 november 2006.